
Dat er verkiezingen aankomen, merk je altijd het best op Facebook: iedereen deelt linkjes naar stemwijzers of wil je overhalen om op een bepaalde partij te stemmen. Iemand uit mijn vriendenkring postte zijn verantwoording om op een bepaalde partij te stemmen door alle andere partijen af te kraken. Over de Partij voor de Dieren zei deze persoon: “Dieren doen niet aan politiek, dus PvdD valt af”. Dit verraste mij. Niet alleen is het veel te kort door de bocht, het is ook nog eens een denkfout.
De naam van de partij blijkt onderwerp voor hoon. Men heeft er al snel extreme associaties bij: dat de partij dieren belangrijker vindt dan mensen, bijvoorbeeld. De Partij voor de Dieren zijn die weirdo’s die zich zorgen lijken te maken om elke gans, eekhoorn en worm in ons land. Een groep dierenvrienden die iets te veel Kamervragen stellen, in Rob Wijnbergs woorden (Waarom de Partij voor de Dieren haar naam moet veranderen). Dat is althans hoe ze afgeschilderd worden; in essentie draait de partij om meer dan alleen dieren, geeft ook Wijnberg toe in hetzelfde artikel. De PvdD maakt zich niet alleen hard voor dieren, maar voor alle levensvormen: ze zouden mens, dier en natuur het liefst in gelijkwaardige relatie zien. Dat maakt de keuze voor ‘Partij voor de Dieren’ een beetje vreemd, want ze representeren veel meer dan dat.
Desalniettemin is het stuitend dat het zijn van een dierenvriend blijkbaar iets sukkeligs is. Van dieren houden wordt afgedaan als bijzaak, iets kinderlijks en nutteloos. En dat terwijl er niks kinderlijks aan is om verantwoordelijk te zijn over andere wezens, met name onze huisdieren. Het huis moet schoongehouden worden van hooi, zaagsel en korrels, vaccinaties en castraties moeten betaald worden. Huisdieren moeten vaak uitgelaten of zindelijk gemaakt worden en alle knaagbare dingen zoals kabels, boeken, behang, plinten moeten onbereikbaar zijn. Daarnaast moeten huisdiereigenaren weten hoe ze hun hormonale, sproeiende konijnenvrouwtje rustig krijgen of een zieke hond kunnen herkennen. En dan heb ik het nog maar over één dier – stel je voor hoe het op een boerderij is. Dieren vergen veel tijd, energie en zorg.
Ondanks het feit dat huisdieren een bodemloze put aan zorgen en frustraties kunnen zijn, hebben ontzettend veel mensen dat er voor over. Het geluk van een zacht konijn of spinnende kat op schoot is ongekend. Het feit dat er altijd iemand op je wacht en de enthousiaste kwispel of kopjes bij je thuiskomst maken het de moeite waard. Die neiging tot zorgen voor al wat pluizig (of geschubd!) is maakt het crazy cat lady-gevaar reëel, en daarom moet er natuurlijk wel een rem op zitten. Het hebben van huisdieren draait tenslotte ook om dierenwelzijn. Maar dieren zijn absoluut vervlochten met onze samenleving. Ze zijn één van de grootste bronnen van vreugde: kijk maar naar al die filmpjes die we van ze online zetten. In een bepaald opzicht zijn ze essentieel, en niet alleen voor ons gezelschap en vermaak; denk maar aan de bijen die planten bestuiven en vogels die zaden verspreiden. Natuurlijk wordt niet iedereen enthousiast van dierenwelzijn, maar zelfs voor de mensen die dieren liever op hun bord zien is onze houding tegenover dieren van belang. Is een stuk goed vlees dat niet uit de bio-industrie afkomstig is niet veel lekkerder dan plofkip?
En dat brengt ons terug op de pijlers van de Partij voor de Dieren. Is het niet van belang dat tenminste één partij de hele zaak vanuit een niet-menselijk perspectief bekijkt? We leven tenslotte in een samenleving die niet alleen uit mensen bestaat, maar ook uit dieren en natuur. Dingen moeten ook vanaf een andere kant bekeken worden, er moet gevraagd worden of er ook een diervriendelijk of ecologisch alternatief is.
Ik stem op de PvdD, niet alleen omdat ik het eens ben met hun standpunten of omdat dieren wel degelijk een rol spelen in politiek, maar omdat ik me graag onder de dierenvrienden schaar. De combinatie filosoof en dierenliefhebber levert soms opgetrokken wenkbrauwen op. Ooit kreeg ik de vraag “Wat wou je dan gaan doen, je hele leven in de dierenwinkel werken?”. Nou, waarom niet? Als ik daarnaast maar mag blijven schrijven. En anders ga ik wel bij de Partij voor de Dieren aan de slag.
Desalniettemin is het stuitend dat het zijn van een dierenvriend blijkbaar iets sukkeligs is. Van dieren houden wordt afgedaan als bijzaak, iets kinderlijks en nutteloos. En dat terwijl er niks kinderlijks aan is om verantwoordelijk te zijn over andere wezens, met name onze huisdieren. Het huis moet schoongehouden worden van hooi, zaagsel en korrels, vaccinaties en castraties moeten betaald worden. Huisdieren moeten vaak uitgelaten of zindelijk gemaakt worden en alle knaagbare dingen zoals kabels, boeken, behang, plinten moeten onbereikbaar zijn. Daarnaast moeten huisdiereigenaren weten hoe ze hun hormonale, sproeiende konijnenvrouwtje rustig krijgen of een zieke hond kunnen herkennen. En dan heb ik het nog maar over één dier – stel je voor hoe het op een boerderij is. Dieren vergen veel tijd, energie en zorg.
Ondanks het feit dat huisdieren een bodemloze put aan zorgen en frustraties kunnen zijn, hebben ontzettend veel mensen dat er voor over. Het geluk van een zacht konijn of spinnende kat op schoot is ongekend. Het feit dat er altijd iemand op je wacht en de enthousiaste kwispel of kopjes bij je thuiskomst maken het de moeite waard. Die neiging tot zorgen voor al wat pluizig (of geschubd!) is maakt het crazy cat lady-gevaar reëel, en daarom moet er natuurlijk wel een rem op zitten. Het hebben van huisdieren draait tenslotte ook om dierenwelzijn. Maar dieren zijn absoluut vervlochten met onze samenleving. Ze zijn één van de grootste bronnen van vreugde: kijk maar naar al die filmpjes die we van ze online zetten. In een bepaald opzicht zijn ze essentieel, en niet alleen voor ons gezelschap en vermaak; denk maar aan de bijen die planten bestuiven en vogels die zaden verspreiden. Natuurlijk wordt niet iedereen enthousiast van dierenwelzijn, maar zelfs voor de mensen die dieren liever op hun bord zien is onze houding tegenover dieren van belang. Is een stuk goed vlees dat niet uit de bio-industrie afkomstig is niet veel lekkerder dan plofkip?
En dat brengt ons terug op de pijlers van de Partij voor de Dieren. Is het niet van belang dat tenminste één partij de hele zaak vanuit een niet-menselijk perspectief bekijkt? We leven tenslotte in een samenleving die niet alleen uit mensen bestaat, maar ook uit dieren en natuur. Dingen moeten ook vanaf een andere kant bekeken worden, er moet gevraagd worden of er ook een diervriendelijk of ecologisch alternatief is.
Ik stem op de PvdD, niet alleen omdat ik het eens ben met hun standpunten of omdat dieren wel degelijk een rol spelen in politiek, maar omdat ik me graag onder de dierenvrienden schaar. De combinatie filosoof en dierenliefhebber levert soms opgetrokken wenkbrauwen op. Ooit kreeg ik de vraag “Wat wou je dan gaan doen, je hele leven in de dierenwinkel werken?”. Nou, waarom niet? Als ik daarnaast maar mag blijven schrijven. En anders ga ik wel bij de Partij voor de Dieren aan de slag.