Tekst: Manon de Velde Harsenhorst
Zaalfoto's: Heinz Aebi
Musea, erfgoedinstellingen, culturele en educatieve organisaties uit stad en provincie Groningen besteden van 18 februari tot 12 september 2022 met de culturele manifestatie Bitterzoet Erfgoed aandacht aan het lokale slavernijverleden. Deze culturele manifestatie weerspiegelt de langzame maatschappelijke veranderingen in de houding tegenover het slavernijverleden van Nederland en vormt een toegankelijke manier om een gesprek aan te gaan over de consequenties van deze geschiedenis. Door het grote aantal samenwerkingspartners en de focus op zichtbare sporen slaagt Bitterzoet Erfgoed erin een grote groep Groningers stil te laten staan bij het slavernijverleden van hun Stad en de doorwerking daarvan in het dagelijks leven. Aan de andere kant resulteert het diffuse karakter van de manifestatie ook in een gebrek aan diepgang voor degenen die niet elk onderdeel van de manifestatie kunnen of willen bezoeken. Een goed beginpunt voor geïnteresseerden is de tentoonstelling Zwart in Groningen in het Groninger Museum. Ondanks het geringe formaat is de tentoonstelling diep indrukwekkend en gaat het de ongemakkelijkheden van het slavernijverleden niet uit de weg. Wij bezochten deze expositie en spraken met conservator Lieuwe Jongsma.
Zaalfoto's: Heinz Aebi
Musea, erfgoedinstellingen, culturele en educatieve organisaties uit stad en provincie Groningen besteden van 18 februari tot 12 september 2022 met de culturele manifestatie Bitterzoet Erfgoed aandacht aan het lokale slavernijverleden. Deze culturele manifestatie weerspiegelt de langzame maatschappelijke veranderingen in de houding tegenover het slavernijverleden van Nederland en vormt een toegankelijke manier om een gesprek aan te gaan over de consequenties van deze geschiedenis. Door het grote aantal samenwerkingspartners en de focus op zichtbare sporen slaagt Bitterzoet Erfgoed erin een grote groep Groningers stil te laten staan bij het slavernijverleden van hun Stad en de doorwerking daarvan in het dagelijks leven. Aan de andere kant resulteert het diffuse karakter van de manifestatie ook in een gebrek aan diepgang voor degenen die niet elk onderdeel van de manifestatie kunnen of willen bezoeken. Een goed beginpunt voor geïnteresseerden is de tentoonstelling Zwart in Groningen in het Groninger Museum. Ondanks het geringe formaat is de tentoonstelling diep indrukwekkend en gaat het de ongemakkelijkheden van het slavernijverleden niet uit de weg. Wij bezochten deze expositie en spraken met conservator Lieuwe Jongsma.
Onderzoek Conservator Archeologie, geschiedenis en oude regionale kunst(nijverheid) Lieuwe Jongsma is een geboren en getogen Stadjer. Korte tijd heeft hij Kunst, Cultuur en Media gestudeerd, maar is toen begonnen aan de opleiding Geschiedenis en zijn onderzoeksmaster Moderne Geschiedenis en Internationale Betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens deze master volgde hij een vak van Barbara Henkes, medeauteur van het boekje Sporen van het slavernijverleden in Groningen (2016). Jongsma’s diepgaande interesse in het slavernijverleden van zijn woonplaats werd opgemerkt door Henkes. Zij vroeg Jongsma om haar te helpen met het onderzoek voor het boekje. |
‘Dat deed ik graag,’ vertelt Jongsma. ‘Ik wist al veel van de Groningse geschiedenis, maar nog niet van de slavernij in de zeventiende eeuw. Ik ben toen begonnen met het onderzoek door een database te maken van alle locaties, mensen en voorwerpen in de provincie Groningen die iets te maken hadden met de West-Indische Compagnie (WIC). Veel van die sporen zijn namelijk nog steeds in Groningen te vinden.’
‘Toen we begonnen met het onderzoek vroeg iedereen in Groningen zich af of er wel genoeg informatie over het lokale slavernijverleden te vinden was, maar toen we bezig waren bleek er zo veel te zijn wat niet onderzocht was, gewoon omdat men aannam dat er niet zo veel was. Er zijn helaas ook nog te weinig specialisten binnen dit onderwerp waardoor er een lange tijd weinig bekend was over het slavernijverleden van Groningen en andere steden,’ aldus Jongsma.
Echter vindt er dit moment een kanteling plaats. Steeds meer mensen en initiatieven beginnen aandacht te besteden aan de manier waarop Nederland betrokken is geweest bij de slavernij. Zo is er een onderzoek van de gemeente Groningen naar de betrokkenheid van het stadsbestuur bij de slavernij gestart en heeft het project Mapping Slavery de historische plaatsen van het slavernijverleden en het erfgoed van het Nederlandse koloniale rijk van steden zoals Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Groningen, in kaart gebracht. Dat project vormde ook de basis voor de opzet van Sporen van het slavernijverleden in Groningen en de boekjes die later gemaakt zijn voor andere steden.
‘Toen we begonnen met het onderzoek vroeg iedereen in Groningen zich af of er wel genoeg informatie over het lokale slavernijverleden te vinden was, maar toen we bezig waren bleek er zo veel te zijn wat niet onderzocht was, gewoon omdat men aannam dat er niet zo veel was. Er zijn helaas ook nog te weinig specialisten binnen dit onderwerp waardoor er een lange tijd weinig bekend was over het slavernijverleden van Groningen en andere steden,’ aldus Jongsma.
Echter vindt er dit moment een kanteling plaats. Steeds meer mensen en initiatieven beginnen aandacht te besteden aan de manier waarop Nederland betrokken is geweest bij de slavernij. Zo is er een onderzoek van de gemeente Groningen naar de betrokkenheid van het stadsbestuur bij de slavernij gestart en heeft het project Mapping Slavery de historische plaatsen van het slavernijverleden en het erfgoed van het Nederlandse koloniale rijk van steden zoals Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Groningen, in kaart gebracht. Dat project vormde ook de basis voor de opzet van Sporen van het slavernijverleden in Groningen en de boekjes die later gemaakt zijn voor andere steden.
Lokale sporen van het slavernijverleden ‘Het leuke aan die boekjes, en dat komt voort uit het project Mapping Slavery, is dat het in de eerste plaats gericht is op de dingen die in Groningen te vinden zijn. De tastbare dingen zoals huizen, gebouwen, beelden, tuinen en grafstenen. Dat is heel belangrijk omdat we lang hebben gedacht dat de slavernij niet tot de Groningse geschiedenis behoort. We dachten erover als de geschiedenis van Suriname of de Antillen, en binnen Nederland dachten we bij het slavernijverleden aan Amsterdam, terwijl het ook de geschiedenis van andere steden zoals Groningen is. Dat is het mooie aan al die boekjes, die laten echt de fysieke sporen van het slavernijverleden binnen een stad zien. Door de sporen in hun eigen stad te zien, beseffen mensen dat slavernij niet alleen in het westen van Nederland voorkwam.’ |
Ook na de uitgave van Sporen van het slavernijverleden in Groningen bleef Jongsma zich met het onderwerp bezig houden. ‘Toen ik bij de Groninger Archieven werkte, ging ik mij eigenlijk steeds meer bezighouden met het slavernijverleden in Groningen omdat ik heel dicht op de bronnen zat. Ik ontdekte daar nog veel meer en dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat ik bij het Groninger Museum aan de slag kon als conservator en dat ik kon werken aan de tentoonstelling Zwart in Groningen. Na acht jaar onderzoek te hebben gedaan naar het lokale slavernijverleden voelt dat toch wel een beetje als een hoogtepunt.’
Tentoonstelling Zwart in Groningen
In de tentoonstelling Zwart in Groningen ontdekt de bezoeker moderne werken en historische schilderijen en beelden die in Groningen gemaakt zijn en waarop mensen van kleur te zien zijn. De kunstwerken zijn getuigen van de Groningse betrokkenheid bij het slavernijverleden en laten zien hoe zwarte slaven als statussymbool gebruikt werden terwijl de identiteit van de afgebeelde zwarte mensen inmiddels veelal vergeten is. ‘Je moet de hele geschiedenis laten zien. Ook de zwarte bladzijde,’ bepleit Jongsma. ‘Het gaat erom hoe je met die geschiedenis omgaat. Je hoeft je niet te schamen voor wat er is gebeurd, want daar hebben wij geen invloed meer op. Je hebt alleen invloed op of je dit verhaal wel of niet goed vertelt.’
Een van de manieren waarop het Groninger Museum dit doet is door korte verhalen van auteur Vamba Sherif (Kolahun, Liberia, 1973) groot om de werken heen af te beelden. Deze verhalen geven de zwarte slaven weer een stem en brengen de verhouding tussen de mensen in de werken weer in balans.
Tentoonstelling Zwart in Groningen
In de tentoonstelling Zwart in Groningen ontdekt de bezoeker moderne werken en historische schilderijen en beelden die in Groningen gemaakt zijn en waarop mensen van kleur te zien zijn. De kunstwerken zijn getuigen van de Groningse betrokkenheid bij het slavernijverleden en laten zien hoe zwarte slaven als statussymbool gebruikt werden terwijl de identiteit van de afgebeelde zwarte mensen inmiddels veelal vergeten is. ‘Je moet de hele geschiedenis laten zien. Ook de zwarte bladzijde,’ bepleit Jongsma. ‘Het gaat erom hoe je met die geschiedenis omgaat. Je hoeft je niet te schamen voor wat er is gebeurd, want daar hebben wij geen invloed meer op. Je hebt alleen invloed op of je dit verhaal wel of niet goed vertelt.’
Een van de manieren waarop het Groninger Museum dit doet is door korte verhalen van auteur Vamba Sherif (Kolahun, Liberia, 1973) groot om de werken heen af te beelden. Deze verhalen geven de zwarte slaven weer een stem en brengen de verhouding tussen de mensen in de werken weer in balans.
Een van de werken waarvoor dit is gedaan is Onbekende en Gesina van Swinderen von Rheden (1780) geschilderd door Fridericus Carolus de Hosson (1718 - 1799). Het is een van Jongsma’s favoriete werken omdat het kunstwerk veel vertelt over de manier waarop mensen naar slaven keken. ‘Als je naar dit werk kijkt, zie je dat de vrouw, Gesina van Swinderen von Rheden, opschept. Ze speelt niet één maar twee instrumenten, namelijk de viool en de piano, en ze is afgebeeld met een slaaf die haar exotische vruchten komt brengen. In dit schilderij zie je ook goed dat de slaaf eigenlijk is teruggebracht tot een stuk decor, net zoals de piano en de rode stoffen dat zijn. Hij is niet langer een mens maar een statussymbool. Het is dan ook zo’n belangrijk werk omdat je aan de hand van dit ene kunstwerk bijna de hele geschiedenis aan mensen bij kan brengen.'
Educatie
Die inzet op educatie is van groot belang voor Zwart in Groningen. Dat doen ze niet alleen met de werken, maar ook met rondleidingen. Het Groninger Museum heeft een aantal jongerenambassadeurs van zeventien tot en met vijfentwintig jaar opgeleid voor het geven van rondleidingen aan scholieren van het voortgezet onderwijs. ‘De jongerenambassadeurs doen aan peer-to-peer educatie door middel van de “I ask” methode,’ legt Jongsma uit. ‘Het Joods Historisch Museum in Amsterdam heeft deze methode ontwikkelt voor het rondleiden van groepen over een onderwerp wat gevoelig zou kunnen liggen. Het gaat voor een deel over de kennisoverdracht van de geschiedenis, maar ook over wat die geschiedenis met de leerlingen doet en hoe ze dat terugzien in hun eigen leven. Ik denk dat de leerlingen dankzij deze rondleidingen altijd wel iets meenemen uit het museum waar ze later nog over nadenken.’
Ook de speciaal ontworpen tentoonstellingsruimte van Zwart in Groningen maakt de indrukwekkende boodschap over de Groningse betrokkenheid bij de slavernij op een heldere en indringende manier duidelijk aan de bezoeker. Daarmee stimuleert het museum ook een dialoog tussen degenen die direct te maken hebben (gehad) met de slavernij, en de Groninger die denkt dat de provincie geen slavernijverleden heeft. ‘Ik vind het ook heel belangrijk dat we beide groepen aanspreken,’ zegt Jongsma. ‘Deze tentoonstelling is ook ontwikkeld om Groningers te laten zien dat dit een gedeelde geschiedenis is. Dit is niet alleen een tentoonstelling voor mensen van kleur. Het is voor mensen van kleur én voor die Groningers die denken dat dit niet hun geschiedenis is, want dat is het wel.’
Manifestatie
Om deze boodschap over te brengen organiseren vele samenwerkende partners in Groningen zeven maanden lang exposities die allerlei onderdelen van het slavernijverleden belichten. Uiteenlopende activiteiten waaronder muziek, theater, dans, spoken word en literatuur versterken het verhaal. Als culturele manifestatie is Bitterzoet Erfgoed in staat om samen met meer dan veertig samenwerkingspartners veel mensen aan te trekken. ‘Door er een manifestatie met veel samenwerkende partijen van te maken en hun achterban erbij te betrekken, zijn we in staat een brede doelgroep aan te spreken. Vanwege de samenwerking met andere partijen komen er hier ook mensen die normaliter niet naar het Groninger Museum zouden gaan’, aldus Jongsma.
Die inzet op educatie is van groot belang voor Zwart in Groningen. Dat doen ze niet alleen met de werken, maar ook met rondleidingen. Het Groninger Museum heeft een aantal jongerenambassadeurs van zeventien tot en met vijfentwintig jaar opgeleid voor het geven van rondleidingen aan scholieren van het voortgezet onderwijs. ‘De jongerenambassadeurs doen aan peer-to-peer educatie door middel van de “I ask” methode,’ legt Jongsma uit. ‘Het Joods Historisch Museum in Amsterdam heeft deze methode ontwikkelt voor het rondleiden van groepen over een onderwerp wat gevoelig zou kunnen liggen. Het gaat voor een deel over de kennisoverdracht van de geschiedenis, maar ook over wat die geschiedenis met de leerlingen doet en hoe ze dat terugzien in hun eigen leven. Ik denk dat de leerlingen dankzij deze rondleidingen altijd wel iets meenemen uit het museum waar ze later nog over nadenken.’
Ook de speciaal ontworpen tentoonstellingsruimte van Zwart in Groningen maakt de indrukwekkende boodschap over de Groningse betrokkenheid bij de slavernij op een heldere en indringende manier duidelijk aan de bezoeker. Daarmee stimuleert het museum ook een dialoog tussen degenen die direct te maken hebben (gehad) met de slavernij, en de Groninger die denkt dat de provincie geen slavernijverleden heeft. ‘Ik vind het ook heel belangrijk dat we beide groepen aanspreken,’ zegt Jongsma. ‘Deze tentoonstelling is ook ontwikkeld om Groningers te laten zien dat dit een gedeelde geschiedenis is. Dit is niet alleen een tentoonstelling voor mensen van kleur. Het is voor mensen van kleur én voor die Groningers die denken dat dit niet hun geschiedenis is, want dat is het wel.’
Manifestatie
Om deze boodschap over te brengen organiseren vele samenwerkende partners in Groningen zeven maanden lang exposities die allerlei onderdelen van het slavernijverleden belichten. Uiteenlopende activiteiten waaronder muziek, theater, dans, spoken word en literatuur versterken het verhaal. Als culturele manifestatie is Bitterzoet Erfgoed in staat om samen met meer dan veertig samenwerkingspartners veel mensen aan te trekken. ‘Door er een manifestatie met veel samenwerkende partijen van te maken en hun achterban erbij te betrekken, zijn we in staat een brede doelgroep aan te spreken. Vanwege de samenwerking met andere partijen komen er hier ook mensen die normaliter niet naar het Groninger Museum zouden gaan’, aldus Jongsma.
Een nadeel van een culturele manifestatie zoals Bitterzoet Erfgoed is wel dat veel van deze partijen maar een klein stukje van het verhaal vertellen. Zo bestaat de tentoonstelling Zwart in Groningen maar uit één zaal en zijn er een aantal bordjes bij de vaste collectie geplaatst. Wil je meer informatie of dieper ingaan op een onderwerp, dan moet je dus ook andere onderdelen van de manifestatie bezoeken. Ook moet er voor elk onderdeel een apart ticket gekocht worden en is niet alles tegelijkertijd open. De tentoonstelling in het Groninger Museum is bijvoorbeeld nu al geopend, maar de tentoonstelling in het Museum aan de A pas aankomende zomer. |
De culturele manifestatie Bitterzoet Erfgoed is van 18 februari tot 12 september 2022 op verschillende locaties te bezoeken. Meer informatie en het hele programma van Bitterzoet Erfgoed is op www.bitterzoeterfgoed.nl te vinden.