Solotentoonstelling in het Groninger Museum
Tekst: Merel van den Nieuwenhof
Modeontwerpster Marga Weimans (1970) heeft sinds haar afstuderen aan de prestigieuze Koninklijke Academie voor Beelden Kunsten van Antwerpen in 2005 opvallende collecties met krachtige vormen en onconventionele materialen neergezet. Dat merkte ook het Groninger Museum op, waar haar werk al jaren wordt verzameld en waar vanaf 15 juni een retrospectief over haar te zien is.
Een retrospectief, is dat niet meer iets voor oudere kunstenaars of ontwerpers, om een overzicht van hun gehele oeuvre te laten zien? “Ik vind het juist interessant om het een retrospectief te noemen. Het is een mooie tegenstelling: ik ben jong, maar het geeft ook de ambitie aan die ik heb. Bovendien zit er wel een duidelijke structuur in mijn collecties.
Tekst: Merel van den Nieuwenhof
Modeontwerpster Marga Weimans (1970) heeft sinds haar afstuderen aan de prestigieuze Koninklijke Academie voor Beelden Kunsten van Antwerpen in 2005 opvallende collecties met krachtige vormen en onconventionele materialen neergezet. Dat merkte ook het Groninger Museum op, waar haar werk al jaren wordt verzameld en waar vanaf 15 juni een retrospectief over haar te zien is.
Een retrospectief, is dat niet meer iets voor oudere kunstenaars of ontwerpers, om een overzicht van hun gehele oeuvre te laten zien? “Ik vind het juist interessant om het een retrospectief te noemen. Het is een mooie tegenstelling: ik ben jong, maar het geeft ook de ambitie aan die ik heb. Bovendien zit er wel een duidelijke structuur in mijn collecties.
Dat het Groninger Museum daar vertrouwen in uitspreekt vind ik een goede attitude, er spreekt wel branie uit,” zegt Marga Weimans. Ze is inderdaad geen beginnende of zoekende ontwerpster meer – als ze dat al ooit is geweest. Het zelfvertrouwen waarmee ze spreekt uit zich ook in de krachtige beeldtaal en architecturale vormen van haar ontwerpen.
In goed gezelschap
Met het Groninger Museum kwam Weimans al kort na haar afstuderen in contact. De ontwerpster benaderde het museum zelf voor een project, waarop de conservatoren besloten haar te blijven volgen en werk van haar aan te kopen. Ze bevindt zich daarmee in goed gezelschap, want ook werk van andere bekende Nederlandse designers als Viktor & Rolf en Iris van Herpen is opgenomen in de museale collectie. “Daar ben ik blij mee, want het zijn allemaal interessante ontwerpers die raakvlakken met de beeldende kunst hebben.” De sculpturale ontwerpen van Weimans schuren aan tegen de beeldende kunst. Ook in het ontwerpproces heeft haar werkwijze veel weg van die van een beeldend kunstenaar, vertelt Weimans: “Ik doe eerst onderzoek, maak maquettes en collages. Het duurt soms lang voordat ik bij het kledingstuk zelf ben aanbeland.”
DNA
De tentoonstelling neemt de bezoeker mee in de wereld van Weimans. Via haar collecties, die op chronologische wijze worden gepresenteerd, volg je haar droom om een modehuis te hebben. Een droom die werkelijkheid is geworden, maar waaraan nog steeds wordt voortgebouwd. “In de tentoonstelling zie je die reis, wordt je er deelgenoot van. Het is een soort dagboek,” legt Weimans uit. Dat is persoonlijk, maar sluit ook aan bij haar interesse in het fenomeen modehuizen, hoe die groeien en wat de filosofie erachter is. “Mijn collectie Body Archive is geïnspireerd op de archieven van modehuizen. Als je door zo’n archief gaat zie je het DNA van het label, de essentie.” Over wat dan het DNA van Marga Weimans is, vertelt ze: “Ik ga enerzijds uit van de ultieme jurk, uitlopend met een smalle taille: een mode-icoon. Daartegenover plaats ik het architectonische, het blokje. Ik zie dat als de context waartoe de jurk zich verhoudt, de stad of het huis bijvoorbeeld.” Die combinatie van schijnbare tegenstellingen komt steeds terug in haar collecties. Tijdens de modeshow van Body Archive trad tussen het eerste en laatste ontwerp een geleidelijke verandering op van kubus naar kledingstuk.
Een surrealistisch tintje
Weimans groeide op in Rotterdam en vestigde zich daar na haar studie in Antwerpen opnieuw. De stad is een inspiratiebron: “De hardcore stedelijke omgeving trekt me aan.” Het architecturale aspect komt ook naar voren in de industriële materialen en uitvergrote ornamenten die Weimans in haar kleding toepast. Voor haar collectie Wonderland werkte ze in 2008 al met 3D-geprinte vormen. “Ik kijk graag naar ornamenten uit verschillende culturen. Voor deze collectie heb ik ze op een Alice in Wonderland-achtige manier benaderd. Het verkleinen of juist uitvergroten van vormen geeft het een surrealistisch tintje.” Het vertellen van een verhaal is uiteindelijk misschien nog wel het belangrijkste. “Daar begin ik mee. Ik schrijf dan vaak een tekst, bijvoorbeeld over wat me bezighoudt.” Eén van die verhalen kwam voort uit de eendimensionale manier waarop naar zwarte vrouwen wordt gekeken. “Ofwel de seksuele zwarte vrouw, zoals die in de hiphop-scene wordt neergezet, ofwel de zwarte vrouw die kleurrijke Afrikaanse waxprints draagt. Ik wilde een veelzijdiger beeld geven.” Dat resulteerde in de collectie Power of my dreams, waarvoor Weimans waxprints als uitgangspunt nam, maar de kleur wegliet en de stoffen gebruikte voor hooggesloten, elegante kledingstukken.
Samenwerking met Rem Koolhaas
Weimans vindt het belangrijk dat het publiek het verhaal in haar ontwerpen leest. “Maar ook zonder dat iemand alle lagen in mijn werk opmerkt, spreekt het door de kleuren en vormen die ik gebruik.” De verschillende niveaus waarop haar ontwerpen te bekijken zijn, vertaalt Weimans naar een installatie die ze in samenwerking maakt met OMA*AMO, het bureau van Rem Koolhaas. Ook nu trok Weimans de stoute schoenen aan: “We draaiden al jaren om elkaar heen. Ik heb OMA*AMO benaderd voor een samenwerking en ze zeiden ja! Ik hoop ook na de tentoonstelling nog eens met ze samen te werken.” De installatie is op het moment van het interview nog niet af, maar Weimans licht vast een tipje van de sluier op: “De bezoeker treedt binnen in een jurk als driedimensionale ruimte, een soort kruising tussen een draagbare ruimte en een bewoonbare jurk.” Zo kan de bezoeker niet alleen de kledingstukken bekijken, maar in de ruimtelijke installatie ook de verschillende lagen in de ontwerpen van Weimans ervaren.
De solotentoonstelling van Marga Weimans is van 15 juni tot en met 30 november 2014 te zien in het Groninger Museum. Voor meer informatie, zie www.groningermuseum.nl.
Met het Groninger Museum kwam Weimans al kort na haar afstuderen in contact. De ontwerpster benaderde het museum zelf voor een project, waarop de conservatoren besloten haar te blijven volgen en werk van haar aan te kopen. Ze bevindt zich daarmee in goed gezelschap, want ook werk van andere bekende Nederlandse designers als Viktor & Rolf en Iris van Herpen is opgenomen in de museale collectie. “Daar ben ik blij mee, want het zijn allemaal interessante ontwerpers die raakvlakken met de beeldende kunst hebben.” De sculpturale ontwerpen van Weimans schuren aan tegen de beeldende kunst. Ook in het ontwerpproces heeft haar werkwijze veel weg van die van een beeldend kunstenaar, vertelt Weimans: “Ik doe eerst onderzoek, maak maquettes en collages. Het duurt soms lang voordat ik bij het kledingstuk zelf ben aanbeland.”
DNA
De tentoonstelling neemt de bezoeker mee in de wereld van Weimans. Via haar collecties, die op chronologische wijze worden gepresenteerd, volg je haar droom om een modehuis te hebben. Een droom die werkelijkheid is geworden, maar waaraan nog steeds wordt voortgebouwd. “In de tentoonstelling zie je die reis, wordt je er deelgenoot van. Het is een soort dagboek,” legt Weimans uit. Dat is persoonlijk, maar sluit ook aan bij haar interesse in het fenomeen modehuizen, hoe die groeien en wat de filosofie erachter is. “Mijn collectie Body Archive is geïnspireerd op de archieven van modehuizen. Als je door zo’n archief gaat zie je het DNA van het label, de essentie.” Over wat dan het DNA van Marga Weimans is, vertelt ze: “Ik ga enerzijds uit van de ultieme jurk, uitlopend met een smalle taille: een mode-icoon. Daartegenover plaats ik het architectonische, het blokje. Ik zie dat als de context waartoe de jurk zich verhoudt, de stad of het huis bijvoorbeeld.” Die combinatie van schijnbare tegenstellingen komt steeds terug in haar collecties. Tijdens de modeshow van Body Archive trad tussen het eerste en laatste ontwerp een geleidelijke verandering op van kubus naar kledingstuk.
Een surrealistisch tintje
Weimans groeide op in Rotterdam en vestigde zich daar na haar studie in Antwerpen opnieuw. De stad is een inspiratiebron: “De hardcore stedelijke omgeving trekt me aan.” Het architecturale aspect komt ook naar voren in de industriële materialen en uitvergrote ornamenten die Weimans in haar kleding toepast. Voor haar collectie Wonderland werkte ze in 2008 al met 3D-geprinte vormen. “Ik kijk graag naar ornamenten uit verschillende culturen. Voor deze collectie heb ik ze op een Alice in Wonderland-achtige manier benaderd. Het verkleinen of juist uitvergroten van vormen geeft het een surrealistisch tintje.” Het vertellen van een verhaal is uiteindelijk misschien nog wel het belangrijkste. “Daar begin ik mee. Ik schrijf dan vaak een tekst, bijvoorbeeld over wat me bezighoudt.” Eén van die verhalen kwam voort uit de eendimensionale manier waarop naar zwarte vrouwen wordt gekeken. “Ofwel de seksuele zwarte vrouw, zoals die in de hiphop-scene wordt neergezet, ofwel de zwarte vrouw die kleurrijke Afrikaanse waxprints draagt. Ik wilde een veelzijdiger beeld geven.” Dat resulteerde in de collectie Power of my dreams, waarvoor Weimans waxprints als uitgangspunt nam, maar de kleur wegliet en de stoffen gebruikte voor hooggesloten, elegante kledingstukken.
Samenwerking met Rem Koolhaas
Weimans vindt het belangrijk dat het publiek het verhaal in haar ontwerpen leest. “Maar ook zonder dat iemand alle lagen in mijn werk opmerkt, spreekt het door de kleuren en vormen die ik gebruik.” De verschillende niveaus waarop haar ontwerpen te bekijken zijn, vertaalt Weimans naar een installatie die ze in samenwerking maakt met OMA*AMO, het bureau van Rem Koolhaas. Ook nu trok Weimans de stoute schoenen aan: “We draaiden al jaren om elkaar heen. Ik heb OMA*AMO benaderd voor een samenwerking en ze zeiden ja! Ik hoop ook na de tentoonstelling nog eens met ze samen te werken.” De installatie is op het moment van het interview nog niet af, maar Weimans licht vast een tipje van de sluier op: “De bezoeker treedt binnen in een jurk als driedimensionale ruimte, een soort kruising tussen een draagbare ruimte en een bewoonbare jurk.” Zo kan de bezoeker niet alleen de kledingstukken bekijken, maar in de ruimtelijke installatie ook de verschillende lagen in de ontwerpen van Weimans ervaren.
De solotentoonstelling van Marga Weimans is van 15 juni tot en met 30 november 2014 te zien in het Groninger Museum. Voor meer informatie, zie www.groningermuseum.nl.