Roeier Joris Pijs is in volle voorbereiding op de Olympische Spelen van augustus 2016 in het Braziliaanse Rio de Janeiro. In oktober 2015 behaalde de Groninger tijdens het wereldkampioenschap roeien in het Franse Aiguebelette het felbegeerde ticket voor de Spelen. Dat deed hij in de lichte vier–zonder-stuurman samen met ploeggenoten Jort van Gennep, Tim Heijbrock en Bjorn van den Ende. In 2012 zat Pijs thuis op de bank te kijken naar de Olympische Spelen in Londen, omdat hij door toenmalig bondscoach Paul Faulkner gepasseerd was. Een harde klap was het destijds voor de 29-jarige Groninger, maar over het verleden wil Pijs het eigenlijk niet meer hebben.
‘Gaan we nu weer oude koeien uit de sloot halen’, reageert Pijs op de vraag wat er in 2012 ook al weer gebeurd is. ‘Het is iets waarover al heel vaak geschreven is en ik wil daar niet meer mee bezig zijn. De focus ligt nu op de voorbereiding richting de Olympische Spelen van Rio de Janeiro in Brazilië komende zomer.’ Na wat aandringen gaat hij er toch op in. ‘Ik had net een grote stap gezet in mijn roeicarrière, ook mede dankzij gevestigde roeier Paul Drewers, die al naar de Olympische Spelen van 2008 in China was geweest. Ik had al een tijd last van een rugblessure, maar kon me daar met behulp van Drewers overheen zetten. Hij maakte de stap naar Amsterdam mogelijk, zodat ik betere trainingsfaciliteiten tot mijn beschikking had op de Bosbaan en ik kreeg een A-status. Na het besluit in 2008 om samen te gaan roeien in de twee-zonder eindigden we dat jaar op de zesde plek tijdens een World Cup en werden tweede op het Europees kampioenschap. Op dat moment ging het allemaal heel snel. Na een tijdje moest ik mezelf nog een aantal wedstrijden bewijzen, maar in januari 2011 zat ik in een groep van tien jongens om kans te maken op een plek in de Olympische ploeg voor Londen. Het was hoofdzakelijk de bedoeling om een lichte vier-zonder naar de spelen te krijgen en als het mogelijk zou zijn ook een dubbeltwee. Al een aantal jaren bestond de lichte vier-zonder-stuurman uit dezelfde jongens, maar ze wilden kijken of er iemand, zoals ik bijvoorbeeld, de ploeg nog kon versnellen. Daar kwam nog bij dat er steeds blessures waren in de vaste ploeg en daardoor mochten ‘wij’ steeds invallen, maar uiteindelijk lukte het in dat jaar niet om de lichte vier-zonder te kwalificeren voor de Spelen.’
Niet geplaatst?
‘Niet in dat jaar, maar in 2012 was er nog een Olympisch kwalificatietoernooi en als je daar bij de eerste twee zou eindigen, dan mocht je ook nog nog naar de Spelen.’ In het jaar aanlopend naar Londen zat Pijs in een groep van zes roeiers om kans te maken op een plek in de lichte vier-zonder of dubbeltwee. De dubbeltwee plaatste zich niet voor Londen, maar de lichte vier-zonder wel. Toenmalig bondscoach John Faulkner passeerde de Groninger en koos voor vier andere roeiers. Uiteindelijk eindigde de Nederlandse lichte vier-zonder-stuurman als zesde op de Olympische Spelen. Pijs stapte datzelfde jaar nog wel samen met Arnoud Greidanus in de twee-zonder, wetende dat ze niet naar de Spelen konden.
Gerechtigheid?
Ik kan aan je merken dat er een lichte vorm van irritatie heerst als we het hierover hebben. Is er al eerder te veel over geschreven en uitgeweid. ‘Nou, weet je wat het is, het is ook een beetje oude koeien uit de sloot halen, we zijn nu al zoveel verder. Ik denk dat het op dat moment even een hele vervelende situatie was. Als ik eraan terugdenk, ben ik toch blij dat Arnoud en ik hebben gekozen om in de twee-zonder door te gaan. Wij draaiden toen een heel goed seizoen, waarin we veel medailles wonnen en records verbroken hebben.’ Voelde het goede seizoen als gerechtigheid, nadat je gepasseerd was door toenmalig bondcoach John Faulkner? ‘Nee, ik denk dat we vooral aan onszelf lieten zien dat we in staat waren om hele goede resultaten te halen. Daarnaast dacht ik altijd heel erg: ik moét naar die Spelen, maar ik merkte heel duidelijk dat ik ondanks het feit dat ik niet naar de Spelen ging, toch een heel goed seizoen kon draaien.’ Betekent het dat je nu vrede kunt hebben met het feit dat je gepasseerd werd voor de Spelen in Londen? ‘Ja, ik ben er nu niet meer mee bezig.’
Stoppen
‘Na de Spelen in 2012 besloten Arnoud Greidanus en ik om nog een jaar door te gaan, maar we wilden allebei wat relaxter bezig zijn. Ik moest nog afstuderen en Arnoud wilde weer wat meer gaan werken.’ In 2013 stapte Joris Pijs samen met Greidanus in een nieuwe Nederlandse lichte vier-zonder en behaalde tijdens een World Cup een bronzen medaille. ‘Dat was destijds uniek voor een Nederlandse lichte vier-zonder.’ Beide heren vonden het zonde om te stoppen. ‘Op dat moment was er weer een jaar voorbij en was ik afgestudeerd. Vervolgens dacht ik: ga ik nou werken en stoppen of toch nog door met roeien?’ Pijs vond na zijn studie snel een baan, waarmee hij een combinatie kon maken tussen werk en roeien. ‘Dat wilde ik een jaar gaan proberen tot aan de wereldkampioenschappen in 2014 op de Bosbaan in Amsterdam. Als ik mijn werk goed kon blijven combineren met roeien, dan wilde ik door tot aan de Olympische Spelen in Rio de Janeiro.’
Rio de Janeiro
Op dit moment zit de Nederlandse lichte vier-zonder-stuurman in het Italiaanse Varese om zich voor te bereiden op het komende wedstrijdseizoen. Aansluitend komt de ploeg van 15 tot 17 april in actie op de eerste wereldbekerwedstrijd in hetzelfde Varese. Het team van bondscoach Jeroen Spaans, dat in actie komt in Italië bestaat uit Joris Pijs, Jort van Gennep, Bjorn van den Ende en Bart Roovers. Teamgenoot Tim Heijbrock maakte onderdeel uit van de Nederlandse lichte vier-zonder-stuurman, die zich plaatste voor Rio tijdens de wereldkampioenschappen roeien in het Franse Aiguebelette. Hij heeft de afgelopen maanden te maken gehad met verschijnselen van overtraining. Heijbrok is daarvan herstellende en bouwt zijn trainingslast weer op, maar komt in Italië niet in actie. Hij werd vervangen door Bart Lukkes, maar Lukkes is door een ribfractuur voorlopig uitgeschakeld. Voor de eerste wereldbekerwedstrijd is daarom invaller Bart Roovers opgeroepen. Joris Pijs hoopt dat in ieder geval Tim Heijbrock op tijd hersteld is, want van 27 tot 29 mei wordt de tweede wereldbekerwedstrijd van het seizoen gehouden. Tijdens die wedstrijd in het Zwitserse Luzern start de definitieve ploeg, die ook in Rio de Janeiro actief zal zijn. Tussen de eerste en tweede wereldbekerwedstrijd komt de lichte vier-zonder-stuurman ook nog in actie op het Europees kampioenschap roeien. Dat wordt van 6 tot 8 mei gehouden in het Duitse Brandenburg.
Doelstelling
‘Het doel is om minimaal een medaille te winnen. Het is nog wel even afwachten allemaal, omdat we momenteel te maken hebben met blessures van Tim Heijbrok en zijn invaller Bart Lukkes. Dat zorgt voor afleiding en onzekerheid. De Spelen zijn al over 4 maanden en het besef is dat het goed kan komen, maar we hebben wel werk aan de winkel. Je moet als het ware weer met een nieuwe ploeg de machine draaiend krijgen. We hebben op het afgelopen WK, waar we ons plaatsten voor de Spelen, laten zien dat we in de halve finale een sterk land als Nieuw-Zeeland (vaak WK-medailles gewonnen) achter ons konden laten. In de finale waren we in de buurt van de podiumplaatsen. Dat is een stap die we fysiek en technisch nog moeten zetten om bij de absolute top te horen.’ Goud? ‘Dat weet ik niet, we willen gewoon zo hard mogelijk roeien. Met elke medaille zou ik blij zijn, natuurlijk met Goud meer dan Brons, maar uiteindelijk moet je gewoon het hoogst haalbare nastreven en vertalen wat je op dagelijkse basis doet.’
Druk
‘Natuurlijk brengt de Olympische Spelen een grote druk met zich mee. Er zijn veel afleidingsfactoren, bijvoorbeeld dat de gehele wereld meekijkt. Als je daar een slechte race roeit, dan zeggen mensen niet, jammer dan, volgende keer beter. Je moet ook weer vier jaar wachten op de volgende Spelen. Ik ben me daarvan bewust en ik denk dat we daar als ploeg goed mee omgaan. Eigenlijk is het gewoon een kwestie van zo hard mogelijk gaan. Ik denk dat het de edele kunst van sport is en dat het de enthousiaste amateur onderscheidt van een topsporter. Een topsporter moet echt boven zichzelf uitstijgen en het allerbeste laten zien op het moment dat het moet.’
Niet geplaatst?
‘Niet in dat jaar, maar in 2012 was er nog een Olympisch kwalificatietoernooi en als je daar bij de eerste twee zou eindigen, dan mocht je ook nog nog naar de Spelen.’ In het jaar aanlopend naar Londen zat Pijs in een groep van zes roeiers om kans te maken op een plek in de lichte vier-zonder of dubbeltwee. De dubbeltwee plaatste zich niet voor Londen, maar de lichte vier-zonder wel. Toenmalig bondscoach John Faulkner passeerde de Groninger en koos voor vier andere roeiers. Uiteindelijk eindigde de Nederlandse lichte vier-zonder-stuurman als zesde op de Olympische Spelen. Pijs stapte datzelfde jaar nog wel samen met Arnoud Greidanus in de twee-zonder, wetende dat ze niet naar de Spelen konden.
Gerechtigheid?
Ik kan aan je merken dat er een lichte vorm van irritatie heerst als we het hierover hebben. Is er al eerder te veel over geschreven en uitgeweid. ‘Nou, weet je wat het is, het is ook een beetje oude koeien uit de sloot halen, we zijn nu al zoveel verder. Ik denk dat het op dat moment even een hele vervelende situatie was. Als ik eraan terugdenk, ben ik toch blij dat Arnoud en ik hebben gekozen om in de twee-zonder door te gaan. Wij draaiden toen een heel goed seizoen, waarin we veel medailles wonnen en records verbroken hebben.’ Voelde het goede seizoen als gerechtigheid, nadat je gepasseerd was door toenmalig bondcoach John Faulkner? ‘Nee, ik denk dat we vooral aan onszelf lieten zien dat we in staat waren om hele goede resultaten te halen. Daarnaast dacht ik altijd heel erg: ik moét naar die Spelen, maar ik merkte heel duidelijk dat ik ondanks het feit dat ik niet naar de Spelen ging, toch een heel goed seizoen kon draaien.’ Betekent het dat je nu vrede kunt hebben met het feit dat je gepasseerd werd voor de Spelen in Londen? ‘Ja, ik ben er nu niet meer mee bezig.’
Stoppen
‘Na de Spelen in 2012 besloten Arnoud Greidanus en ik om nog een jaar door te gaan, maar we wilden allebei wat relaxter bezig zijn. Ik moest nog afstuderen en Arnoud wilde weer wat meer gaan werken.’ In 2013 stapte Joris Pijs samen met Greidanus in een nieuwe Nederlandse lichte vier-zonder en behaalde tijdens een World Cup een bronzen medaille. ‘Dat was destijds uniek voor een Nederlandse lichte vier-zonder.’ Beide heren vonden het zonde om te stoppen. ‘Op dat moment was er weer een jaar voorbij en was ik afgestudeerd. Vervolgens dacht ik: ga ik nou werken en stoppen of toch nog door met roeien?’ Pijs vond na zijn studie snel een baan, waarmee hij een combinatie kon maken tussen werk en roeien. ‘Dat wilde ik een jaar gaan proberen tot aan de wereldkampioenschappen in 2014 op de Bosbaan in Amsterdam. Als ik mijn werk goed kon blijven combineren met roeien, dan wilde ik door tot aan de Olympische Spelen in Rio de Janeiro.’
Rio de Janeiro
Op dit moment zit de Nederlandse lichte vier-zonder-stuurman in het Italiaanse Varese om zich voor te bereiden op het komende wedstrijdseizoen. Aansluitend komt de ploeg van 15 tot 17 april in actie op de eerste wereldbekerwedstrijd in hetzelfde Varese. Het team van bondscoach Jeroen Spaans, dat in actie komt in Italië bestaat uit Joris Pijs, Jort van Gennep, Bjorn van den Ende en Bart Roovers. Teamgenoot Tim Heijbrock maakte onderdeel uit van de Nederlandse lichte vier-zonder-stuurman, die zich plaatste voor Rio tijdens de wereldkampioenschappen roeien in het Franse Aiguebelette. Hij heeft de afgelopen maanden te maken gehad met verschijnselen van overtraining. Heijbrok is daarvan herstellende en bouwt zijn trainingslast weer op, maar komt in Italië niet in actie. Hij werd vervangen door Bart Lukkes, maar Lukkes is door een ribfractuur voorlopig uitgeschakeld. Voor de eerste wereldbekerwedstrijd is daarom invaller Bart Roovers opgeroepen. Joris Pijs hoopt dat in ieder geval Tim Heijbrock op tijd hersteld is, want van 27 tot 29 mei wordt de tweede wereldbekerwedstrijd van het seizoen gehouden. Tijdens die wedstrijd in het Zwitserse Luzern start de definitieve ploeg, die ook in Rio de Janeiro actief zal zijn. Tussen de eerste en tweede wereldbekerwedstrijd komt de lichte vier-zonder-stuurman ook nog in actie op het Europees kampioenschap roeien. Dat wordt van 6 tot 8 mei gehouden in het Duitse Brandenburg.
Doelstelling
‘Het doel is om minimaal een medaille te winnen. Het is nog wel even afwachten allemaal, omdat we momenteel te maken hebben met blessures van Tim Heijbrok en zijn invaller Bart Lukkes. Dat zorgt voor afleiding en onzekerheid. De Spelen zijn al over 4 maanden en het besef is dat het goed kan komen, maar we hebben wel werk aan de winkel. Je moet als het ware weer met een nieuwe ploeg de machine draaiend krijgen. We hebben op het afgelopen WK, waar we ons plaatsten voor de Spelen, laten zien dat we in de halve finale een sterk land als Nieuw-Zeeland (vaak WK-medailles gewonnen) achter ons konden laten. In de finale waren we in de buurt van de podiumplaatsen. Dat is een stap die we fysiek en technisch nog moeten zetten om bij de absolute top te horen.’ Goud? ‘Dat weet ik niet, we willen gewoon zo hard mogelijk roeien. Met elke medaille zou ik blij zijn, natuurlijk met Goud meer dan Brons, maar uiteindelijk moet je gewoon het hoogst haalbare nastreven en vertalen wat je op dagelijkse basis doet.’
Druk
‘Natuurlijk brengt de Olympische Spelen een grote druk met zich mee. Er zijn veel afleidingsfactoren, bijvoorbeeld dat de gehele wereld meekijkt. Als je daar een slechte race roeit, dan zeggen mensen niet, jammer dan, volgende keer beter. Je moet ook weer vier jaar wachten op de volgende Spelen. Ik ben me daarvan bewust en ik denk dat we daar als ploeg goed mee omgaan. Eigenlijk is het gewoon een kwestie van zo hard mogelijk gaan. Ik denk dat het de edele kunst van sport is en dat het de enthousiaste amateur onderscheidt van een topsporter. Een topsporter moet echt boven zichzelf uitstijgen en het allerbeste laten zien op het moment dat het moet.’