Column Liesbeth Poortman Of ik een Amerikaanse dame van rechtsbijstand wilde voorzien. Ze werd tot dat moment bijgestaan door een groot kantoor uit de randstad maar ze was bepaald niet tevreden. De kwaliteit liet te wensen over en het tarief was behalve absurd hoog gaande de procedure ook nog eens gestegen. Ze werd bijgestaan door een van de vennoten. Natuurlijk een mannelijke advocaat van middelbare leeftijd maar die sprak ze zelf eigenlijk nooit. Waarschijnlijk behandelden de lageren in rangorde haar zaak. Ik besloot de zaak op mij te nemen en stuurde de randstedelijke confrère een brief waarin ik aangaf dat ik de belangenbehartiging overnam. Tevens vroeg ik om opheldering over de stijging van het tarief. Een reactie bleef uit. Ik zond een rappelbrief. Eindelijk werd er gereageerd. Wat schetste mijn verbazing: de brief was in het Engels opgesteld en besloeg 3 A4-tjes. |
Mijn Engels is weliswaar van een hoger niveau dan die van de middelbare school tijd (ik heb zelfs aan Kings College, universiteit in Londen, gestudeerd) maar evengoed blijft het lastiger lezen dan een Nederlandse brief. Wat mij met name uitermate stoorde was de brutaliteit en arrogantie om in het Engels in plaats van het Nederlands te reageren. Ik besloot ze een koekje van eigen deeg te geven en stuurde mijn confrère de volgende brief.
Moi,
Ik heb n braif van joe kreeng moar dai is nait int Nederlaands schreemn. We motn natuurlijk wel de zulfde toal schriemn aanders begriepn wie mekoar nait. Dus nogmoals een reaksie groag moar dan in usse toal.
Nou, ik heur t wel.
Moi
Het bleef opvallend stil aan de andere kant. Taal noch teken. Waarschijnlijk compleet in de war van mijn brief. Dat hadden ze waarschijnlijk nog nooit eerder meegemaakt en dan van zo'n provinciaals advocaatje zeg!
Weken later volgde dan toch de respons; ik werd gebeld. Die man had niet één aardappel in de keel maar een stuk of drie. Hij sprak weliswaar Nederlands maar door zijn kakkineuze tongval was hij nauwelijks te verstaan. Met moeite wist hij er uit te persen dat mijn briefje toch wel erg geestig was. Hij had het dossier naar mijn kantoor gezonden en mevrouw kreeg het te veel betaalde terug, althans dat is wat ik uit een brij van woorden begreep.
Ik beheerste mij en besloot hem vriendelijk te bedanken en beëindigde het telefoongesprek.
Moi.
Moi,
Ik heb n braif van joe kreeng moar dai is nait int Nederlaands schreemn. We motn natuurlijk wel de zulfde toal schriemn aanders begriepn wie mekoar nait. Dus nogmoals een reaksie groag moar dan in usse toal.
Nou, ik heur t wel.
Moi
Het bleef opvallend stil aan de andere kant. Taal noch teken. Waarschijnlijk compleet in de war van mijn brief. Dat hadden ze waarschijnlijk nog nooit eerder meegemaakt en dan van zo'n provinciaals advocaatje zeg!
Weken later volgde dan toch de respons; ik werd gebeld. Die man had niet één aardappel in de keel maar een stuk of drie. Hij sprak weliswaar Nederlands maar door zijn kakkineuze tongval was hij nauwelijks te verstaan. Met moeite wist hij er uit te persen dat mijn briefje toch wel erg geestig was. Hij had het dossier naar mijn kantoor gezonden en mevrouw kreeg het te veel betaalde terug, althans dat is wat ik uit een brij van woorden begreep.
Ik beheerste mij en besloot hem vriendelijk te bedanken en beëindigde het telefoongesprek.
Moi.