Fotografie: Souhaila Sahmarani
Het werk van Frank M. Hutchison (1957) is te karakteriseren als conceptueel en figuratief. Hutchison werkt tegenwoordig in het gebouwencomplex de Biotoop; het voormalig Biologisch Centrum van de RuG in Haren. We bezoeken hem daar in zijn ruime werkplaats. Hutchison maakt groot formaat werk, meestal olieverf op doek. Mooi werk om te zien (het oog wil ook wat), maar ook werk waar een verhaal achter zit.
Voilà, mooi gezegd, maar wat betekent dat in de praktijk?
‘Ik schilder onderwerpen die dichtbij mezelf liggen en die ik vervolgens naar mijn hand zet,’ legt Hutchison uit. Zo schilderde hij in de jaren ’90 een serie boomlandschappen, in een pointillistische stijl, met verhevigde kleuren. Een geabstraheerd landschap met paarse bomen bijvoorbeeld, waarbij het Hutchison ging om ordening of zoals hij zelf zegt: ‘Ik wilde bij die landschappen een ruimtelijke illusie creëren. Ik wilde dat de kijker bij die landschappen het idee had dat je er zo in kon stappen. Om dat voor elkaar te krijgen werkte ik daar tamelijk contentieus aan waarbij ik volgens plan heel gericht kleur gebruikte. Eerlijk gezegd zijn het nog steeds schilderijen die er zijn mogen, waar ik trots op ben.’
Zijn pointillistische werk is in de loop der jaren goed verkocht via galeries, zoals de kunsthandel van Frank Welkenhuysen in Utrecht.
Als Frank Hutchison dit zo stelt rijst de vraag of hij, net als een schrijver, vindt dat hij verhalen vertelt. ‘Uiteraard,’ luidt het antwoord, ‘een schilderij gaat altijd ergens over. Schilderijen, kunstwerken, hebben een thema.’ Hij toont een schilderij geïnspireerd op de Sisyphus-mythe, waarin een eenzame figuur een auto een berg opduwt. ‘Dat schilderij kan gaan over hopeloze autopech (duw maar eens een auto een berg op.) Maar het kan evengoed gaan over de absurditeit van een dergelijk geval van autopech. Of over het lot dat je treft. Het is een variant op de Sisyphus mythe. (Sysiphus was door de goden vervloekt en moest tot het einde der tijden een rotsblok tegen een berg omhoog rollen, eenmaal boven rolde het rotsblok weer naar beneden en dan kon Sysiphus met zijn werk weer van voren af aan beginnen.).
‘Ik vergelijk schilderen wel met poëzie. Een gedicht moet in zijn vorm kort, krachtig en pakkend ziin. Als het een geslaagd gedicht is stemt dat tot nadenken. Een schilderij moet bij eerste aanblik overtuigen. Daarna ga je pas echt kijken en laat je het beeld op je inwerken en kan je je afvragen wat het schilderij bij je oproept. En welke betekenissen het mogelijk in zich draagt. Natuurlijk interpreteert iedereen dat vanuit zijn eigen achtergrond’
Frank Hutchison werkt al jaren als docent aan Academie Minerva. “Ik heb geen grote aanstelling zodat ik voldoende tijd overhoud voor mijn beeldende werk. Er is in de laatste jaren aan de Universiteit en de Hanzehogeschool in de stad een stroom van internationalisering op gang gekomen. Dit heeft tot een geheel nieuwe dynamiek geleid in het onderwijs die mij erg aanspreekt. Mensen uit de hele wereld komen hier studeren. Engels is de voertaal geworden. Wat ik vooral doe met de studenten is reflecteren op het werk dat ze maken. Veelvoorkomende vragen zijn daarbij: ‘Waarom heb je dit werk gemaakt en waarom doe je het zoals je het doet? Het concept waarvanuit gewerkt wordt is belangrijk en hoe de techniek en de inhoud in een werk samenkomt en hoe die elkaar versterken.’
“De afgelopen jaren zijn er in mijn werk een aantal onderwerpen bijgekomen, Waaronder het schilderen van portretten. Vrij recent heb ik een portret gemaakt van Marcel Levee van feest café Shooters in Groningen. Zijn leven speelt zich voor een groot deel ’s nachts af en voor een ander deel overdag. Die twee kanten heb ik in dit portret willen weergeven. “
‘Op dit moment ben ik bezig met een serie vrouwenportretten. In Oktober laat ik hier een preview van zien onder de titel: Ecce Femina.’
In oktober heeft Hutchison een wat hij noemt ‘kleine presentatie’ van zijn werk in de tentoonstellingsruimte van Hans van der Veen, StudioH200, in het gebouw van Het Paleis aan het Boterdiep. ‘Ik ben nu bezig met de voorbereiding van die expositie. Ik zoek bij het maken van die portretten naar een interpretatie die de geportretteerde uniek maakt. De geportretteerden zijn frontaal weergeven, Ze zijn verschillend van leeftijd, identiteit en karakter. Ze kijken ons aan en geven iets van hun individualiteit prijs. Maar realistisch zijn deze schilderijen niet: ‘Eerder, ik verschilder.’
Tentoonstelling: Ecce Femina in Galerie StudioH200 in Het Paleis van 26 oktober t/m 12 november . Bloemsingel 200. WO t/m ZA 13 t/m 17 uur.