Column Anne Kuik Je bent goed of je bent fout, je bent voor of tegen… Hoe vaak voelen we die tegenstellingen niet terug in de politiek en in onze samenleving. Denk alleen al aan het vluchtelingendebat. Je bent voorstander of tegenstander van opvang. Syrische vluchtelingen komen met recht hier om onderdak vragen, Irakezen daarentegen niet. Nuance is soms te ingewikkeld voor mensen om aan te brengen. In de oorlog was je goed of fout. Dat de lijn tussen zwart en wit niet zomaar valt te trekken is prachtig te zien in de theatervoorstelling ‘Dansen met de vijand’. In de voorstelling wordt het waargebeurde verhaal van Paul Glaser en zijn tante Roosje verteld. Veertig jaar lang weet Paul Glaser niets van zijn joodse roots. Als Paul op aandringen van zijn collega’s het kamp Auschwitz bezoekt, valt zijn blik op een koffer met zijn naam erop. Hij begint met het ontrafelen van zijn waarachtige familiegeschiedenis, met in de hoofdrol zijn tante Roosje. |
Pauls vader heeft altijd gezwegen over de familiegeschiedenis. Hij wilde zijn zoon niet belasten met het verleden. Het ‘jood zijn’ kon immers weleens tegen hem worden gebruikt. Bovendien was tante roosje fout in de oorlog, aldus zijn vader. Paul laat het er niet bij zitten en zoekt zijn oude tante op.
In de oorlog is Roosje verraden door haar eigen man. Ze droeg namelijk geen Jodenster. En dat was niet volgens de regels. Dus haar ‘keurige’ echtgenoot had dit aangegeven. Roosje beland in totaal in zes concentratiekampen, waar ze proeven van dokter Mengele moet doorstaan en in de gaskamers lichamen moest ruimen. Uiteindelijk weet ze te overleven door te dansen met de vijand.
Als danslerares geeft ze de SS’ers dansles. Ze is ook de minnares van SS’ers in de verschillende kampen. Hierdoor wordt ze gespaard, krijgt ze een warm bed, en brood dat ze ook weer deelt met haar vriendinnen in de barakken. Haar broer bestempelt haar als fout… maar hoe kan hij hierover oordelen? Hij heeft niet in de kampen gezeten. Had zij bovendien niet het recht om te overleven?
Als Roosje na de oorlog in Zweden aan komt, krijgt ze een warme winterjas van de Nederlandse ambassade. Een tijdje later krijgt ze daar een rekening voor. Ook de misgelopen belastingenaanslagen gericht aan haar vermoorde vader krijgt ze op de mat. Over fout gesproken…
Zwart-wit denken. Iedereen heeft bij zichzelf wel primaire gedachten waarmee je problemen simplificeert en zaken zwart-wit maakt. Sommige problemen zijn zo groot dat we ons er geen raad mee weten. Het denken in extremen is ook een methode om onszelf wijs te maken dat iets ons niet zal overkomen, want wij zijn zelf niet zwart-wit. Soms zal je in je leven dansen met de vijand.
In de oorlog is Roosje verraden door haar eigen man. Ze droeg namelijk geen Jodenster. En dat was niet volgens de regels. Dus haar ‘keurige’ echtgenoot had dit aangegeven. Roosje beland in totaal in zes concentratiekampen, waar ze proeven van dokter Mengele moet doorstaan en in de gaskamers lichamen moest ruimen. Uiteindelijk weet ze te overleven door te dansen met de vijand.
Als danslerares geeft ze de SS’ers dansles. Ze is ook de minnares van SS’ers in de verschillende kampen. Hierdoor wordt ze gespaard, krijgt ze een warm bed, en brood dat ze ook weer deelt met haar vriendinnen in de barakken. Haar broer bestempelt haar als fout… maar hoe kan hij hierover oordelen? Hij heeft niet in de kampen gezeten. Had zij bovendien niet het recht om te overleven?
Als Roosje na de oorlog in Zweden aan komt, krijgt ze een warme winterjas van de Nederlandse ambassade. Een tijdje later krijgt ze daar een rekening voor. Ook de misgelopen belastingenaanslagen gericht aan haar vermoorde vader krijgt ze op de mat. Over fout gesproken…
Zwart-wit denken. Iedereen heeft bij zichzelf wel primaire gedachten waarmee je problemen simplificeert en zaken zwart-wit maakt. Sommige problemen zijn zo groot dat we ons er geen raad mee weten. Het denken in extremen is ook een methode om onszelf wijs te maken dat iets ons niet zal overkomen, want wij zijn zelf niet zwart-wit. Soms zal je in je leven dansen met de vijand.