Stelt u zich het volgende voor: uw dochter van slechts 8 jaar oud is van de 10e verdieping van een flat, met dodelijk gevolg, omlaag gekomen en u merkt dat u in de zoektocht naar de ware toedracht van dit gebeuren gefrustreerd wordt door de betrokken instanties. Moeder, de enige verdachte in deze zaak, suggereert zelfmoord en beroept zich verder op haar zwijgrecht. Geregeld word ik door de media benaderd met het verzoek mee te werken aan een artikel of een uitzending. Of ik daartoe bereid ben, laat ik door slechts 1 aspect bepalen: is mijn cliënt ermee gebaat ja of nee. Zo ja, dan vraag ik uiteraard eerst toestemming aan de desbetreffende cliënt, alvorens het contact met de journalist tot stand komt. |
Omgekeerd gebeurt het ook dat ik contact leg met de media met het verzoek aandacht aan een zaak te schenken. Zo ook in de zaak betreffende Sharleyne, het meisje van slechts 8 jaar dat in juni van 2015 van de 10e verdieping van een flat in Hoogeveen omlaag gekomen is. Ik schreef daar in de vorige uitgave van STAD mijn column over.
Zembla toonde zich meer dan bereid een uitzending aan deze afschuwelijke zaak te besteden. Met mij waren zij van mening dat deze kwestie tot op de bodem uitgezocht moest worden. Een taak van de politie en het Openbaar Ministerie (O.M.) maar als die tekort schieten, dan komen deze onderzoeksjournalisten zeer goed van pas.
Het O.M. besloot immers na een relatief kortdurend onderzoek, het boek te sluiten: de zaak werd geseponeerd waarmee dan in feite de zaak tot een einde is gebracht. Vader liet het hier niet bij zitten en nam mij in de arm. Daarop heb ik een zogenaamde artikel 12 procedure opgestart. In die procedure kan het gerechtshof het O.M. bevelen het strafrechtelijk onderzoek te heropenen dan wel de verdachte te vervolgen.
Een slachtoffer of nabestaande heeft in geval van een sepot geen recht op een afschrift van het dossier. Wel bestaat het recht op inzage. Ten tijde van het aanhangig maken van een artikel 12 procedure heb ik meestal nog geen dossier onder ogen gehad. Ik ben dan voor informatie afhankelijk van hetgeen ik van de cliënt of vanuit de media heb vernomen. Zo ook in de onderhavige zaak.
Na een schier oneindig geharrewar met het O.M. om het dossier ter inzage te krijgen - en beloften over toezending hiervan aan vader en aan mij niet werden nagekomen - heb ik pas onlangs, onder toezicht van een medewerkster van het O.M. en bewakingscamera’s, het dossier mogen inzien.
Enkele dagen later had ik een afspraak voor de opnames in Hilversum. Zembla had reeds bergen werk verzet. De onderzoeksjournalist was tot de overtuiging gekomen dat er maar zeer beperkt onderzoek verricht was naar de toedracht van het overlijden van Sharleyne. Ik kon hem dat, na lezing van het dossier, bevestigen.
Moeder was en is de enige verdachte in deze zaak. Zij suggereerde dat haar dochter zelfmoord zou hebben gepleegd. Verder beroept ze zich op haar zwijgrecht. De focus van het onderzoek heeft met name op dit zelfmoordscenario gelegen. In hoeverre dit een realistisch scenario is? Wellicht door tunnelvisie belemmerd, is dit niet onderzocht!
Zembla maakt in mijn optiek inzichtelijk in hoeverre de hulpverleningsinstanties maar ook het O.M. in deze trieste zaak hebben gefaald. Hopelijk leidt dit er toe dat het Gerechtshof het onderzoek laat heropenen in de hoop en de verwachting dat de werkelijke toedracht van het overlijden van Sharleyne alsnog wordt achterhaald. Dat is het laatste wat we nog voor haar kunnen betekenen.
We wachten af.
Zembla toonde zich meer dan bereid een uitzending aan deze afschuwelijke zaak te besteden. Met mij waren zij van mening dat deze kwestie tot op de bodem uitgezocht moest worden. Een taak van de politie en het Openbaar Ministerie (O.M.) maar als die tekort schieten, dan komen deze onderzoeksjournalisten zeer goed van pas.
Het O.M. besloot immers na een relatief kortdurend onderzoek, het boek te sluiten: de zaak werd geseponeerd waarmee dan in feite de zaak tot een einde is gebracht. Vader liet het hier niet bij zitten en nam mij in de arm. Daarop heb ik een zogenaamde artikel 12 procedure opgestart. In die procedure kan het gerechtshof het O.M. bevelen het strafrechtelijk onderzoek te heropenen dan wel de verdachte te vervolgen.
Een slachtoffer of nabestaande heeft in geval van een sepot geen recht op een afschrift van het dossier. Wel bestaat het recht op inzage. Ten tijde van het aanhangig maken van een artikel 12 procedure heb ik meestal nog geen dossier onder ogen gehad. Ik ben dan voor informatie afhankelijk van hetgeen ik van de cliënt of vanuit de media heb vernomen. Zo ook in de onderhavige zaak.
Na een schier oneindig geharrewar met het O.M. om het dossier ter inzage te krijgen - en beloften over toezending hiervan aan vader en aan mij niet werden nagekomen - heb ik pas onlangs, onder toezicht van een medewerkster van het O.M. en bewakingscamera’s, het dossier mogen inzien.
Enkele dagen later had ik een afspraak voor de opnames in Hilversum. Zembla had reeds bergen werk verzet. De onderzoeksjournalist was tot de overtuiging gekomen dat er maar zeer beperkt onderzoek verricht was naar de toedracht van het overlijden van Sharleyne. Ik kon hem dat, na lezing van het dossier, bevestigen.
Moeder was en is de enige verdachte in deze zaak. Zij suggereerde dat haar dochter zelfmoord zou hebben gepleegd. Verder beroept ze zich op haar zwijgrecht. De focus van het onderzoek heeft met name op dit zelfmoordscenario gelegen. In hoeverre dit een realistisch scenario is? Wellicht door tunnelvisie belemmerd, is dit niet onderzocht!
Zembla maakt in mijn optiek inzichtelijk in hoeverre de hulpverleningsinstanties maar ook het O.M. in deze trieste zaak hebben gefaald. Hopelijk leidt dit er toe dat het Gerechtshof het onderzoek laat heropenen in de hoop en de verwachting dat de werkelijke toedracht van het overlijden van Sharleyne alsnog wordt achterhaald. Dat is het laatste wat we nog voor haar kunnen betekenen.
We wachten af.