FICTIE ‘Met Monique.’ ‘Hé Monique, je spreekt met Patrick Krop.’ ‘Waar wil je over schrijven?’ ‘Je weet al waar ik voor bel?’ ‘Zeker, ik word tientallen keren per dag gebeld door schrijvers. Langzamerhand dringt het in het schrijverswereldje door dat het handig is eerst mij even te raadplegen.’ ‘Ah… ja… inderdaad, daarom bel ik.’ ‘Ok, zeg het maar.’ ‘De kogel is door de kerk en dat bedoel ik uiteraard figuurlijk. Je zou kunnen denken dat ik een pistool heb leeggeschoten ergens in een kerkje op de Veluwe.’ |
‘Ik schrok al even. Ik wil je toch vragen je woorden iets zorgvuldiger te kiezen, Patrick.’
‘Ik zal erop letten, Monique. Sorry. Maar goed, ik wil een boek gaan schrijven en niet zomaar een boek met waargebeurde verhalen. Nee, ik wil een roman gaan schrijven. Fictie.’
‘Vissie?’
‘Nee, fictie. Met een duidelijk hoorbare k-klank, gevolgd door een s-klank. Dat ken je toch wel? Fictie is een verhaal dat zich voornamelijk afspeelt in de fantasie van de schrijver en de lezer. Een verhaal dat verzonnen is en feitelijk niet echt gebeurd hoeft te zijn.’
‘Het zegt me even niets. Afgelopen weekend sprak ik Bram Douwes nog even op een feestje van Puffin en ook hem heb ik er niet over gehoord.’
‘Fictie is dus zoiets als de boeken van Roald Dahl.’
‘Patrick, als je over dat soort viespeuken gaat beginnen, hang ik op.’
‘Nee, nee, wacht nou even, Monique. Hij heeft dus fictie geschreven. Prachtige authentieke verhalen en daarin hoort het af en toe te schuren. Daarom heeft hij juist zijn fantasie gebruikt.’
‘Waarom?’
‘Zodat mensen erom kunnen lachen of erover na kunnen denken.’
‘Nou, ik vind het echt een enge, vieze man. Ze zouden hem op moeten pakken.’
‘Hij is in 1990 reeds overleden.’
‘Dat verbaast me niets.’
‘Ik ben van plan het netjes te houden door belangrijke thema’s aan bod te laten komen. Thema’s die urgent zijn en echt van deze tijd.’
‘Waarover wil je schrijven?’
‘Ik wil gaan schrijven over een dikke, onaantrekkelijke zwarte vrouw, die verliefd wordt op een klein mannetje dat een pruik draagt, maar eigenlijk kaal is. Hij kan echter de liefde van deze lelijke vrouw niet beantwoorden. Gecompliceerde situaties zijn het gevolg.
‘Patrick, dit kan echt niet. Je kan niet zomaar schrijven wat je wil.’
‘Maar het is fictie.’
‘Nee, uitgesloten. Viespeuk.’
‘Hm, ok… Zal ik dan schrijven over een onaantrekkelijke vrouw?’
‘Nee.’
‘Over een vrouw?’
‘Ook niet.’
‘Over een mens.’
‘Dat klinkt goed.’
‘Ok. Ik zal dan klein mannetje veranderen in mannetje?’
‘Nee, is te stereotiep.’
‘Man?’
‘Te stigmatiserend.’
‘Mens?’
‘Dat is goed.’
‘Ik zal dan ook aangeven dat hij een pruik draagt en dat er heel veel redenen kunnen zijn waarom hij kaal is.
‘Nee, een mens met een haarwerkje.’
‘Wat fijn Monique dat je even de tijd neemt mij op gang te helpen. Dankjewel!’
‘Ik doe het graag en is geen moeite. Je kunt nu beginnen aan je boek?’
‘Jazeker. Ik ga een boek schrijven over een mens die verliefd wordt op een mens met een haarwerkje.’
‘Dat haarwerkje kan toch bij nader inzien ook niet, Patrick.’
‘Goed, ik ga een boek schrijven over een mens die verliefd wordt op een mens.
‘Ook dit wringt nog. Alsof het normaal is dat een mens verliefd wordt. Dat hoeft niet. Dat mag iedereen zelf bepalen.’
‘Je hebt gelijk, Monique. Ik ga schrijven over een mens en een mens.’
‘Dat is nou weer typisch iets voor jou om je boven dieren te plaatsen.’
‘Dag Monique.’