Joanna Paszkiewicz praat met Gerard Wagenaar over zijn reizen naar Oost-Berlijn
Foto's: Gerard Wagenaar
Gerard Wagenaar komt voor ons gesprek met een document: zijn oude paspoort, dat op 7 juli 1979 eindigde. Toenmalige eigenaar van dit paspoort was geboren in Groningen, 5 november 1949. Op de zwart-wit foto zien wij het smalle gezicht met snor en kleine baard, lange haren, grote bril. Deze foto ademt de sfeer van de jaren zeventig. Het gezicht lijkt jong en idealistisch. Dit paspoort is geldig voor alle landen van de wereld, dus ook voor de DDR - DEUTSCHE DEMOKRATISCHE REPUBLIK. Het eerste stempel is van mei 1974, op de volgende bladzijden zien wij de visa van de jaren 1975, 1976, 1977. Op pagina twaalf staat een stempel van een visum met de woorden: “nach Hauptstad der DDR, Berlin”.
Maar de reis ging al vanaf het begin naar Berlijn. Bij het visum met de datum van zomer 1978 zien wij voor de eerste keer het grote ronde stempel met symbolen. Van de hamer, die verwijst naar de arbeiders en de passer, die verwijst naar de intelligentsia; allebei bevinden ze zich binnen de ring van de rogge, die de boeren symboliseert. Dit staatswapen van de DDR bestond lang, vijfendertig jaar, van 1955 tot 1990. Direct na de val van de Muur werd de ring met deze symbolen uit de vlag geknipt. Tussen de val van de Muur en de hereniging van Duitsland (1989-1990) werd de DDR vlag met een groot gat in het midden gebruikt door tegenstanders van totalitäre Parteidiktatuur.
Het grote stempel met symbolen van een hamer en passer in de ring van de rogge vind ik ook in mijn oude paspoort, plus nog iets dat in het Nederlandse paspoort niet bestond: transit visa door de Duitse Bondsrepubliek. Wij leefden elk aan verschillende kanten van de MUUR.
Gerard Wagenaar was in september 2015 voor de laatse keer in Berlijn. Dat was bijna precies 25 jaar na de hereniging van Duitsland. 17 november 1990, een belangrijke datum in de geschiedenis van twintigste eeuw, heeft voor hem ook persoonlijke betekenis.
Het grote stempel met symbolen van een hamer en passer in de ring van de rogge vind ik ook in mijn oude paspoort, plus nog iets dat in het Nederlandse paspoort niet bestond: transit visa door de Duitse Bondsrepubliek. Wij leefden elk aan verschillende kanten van de MUUR.
Gerard Wagenaar was in september 2015 voor de laatse keer in Berlijn. Dat was bijna precies 25 jaar na de hereniging van Duitsland. 17 november 1990, een belangrijke datum in de geschiedenis van twintigste eeuw, heeft voor hem ook persoonlijke betekenis.
Rond 1975 was de Koude Oorlog op zijn hoogtepunt. Waarom hebt u toen besloten deze kant - naar de DDR - op te gaan?
Mijn zusje was verloofd met een jongen die een Oost-Duitse moeder en een Nederlandse vader had. Daardoor was hij Nederlander en kon hij dus tijdens de bouw van de Muur naar Nederland komen. Hij had in Oost -Berlijn drie halfbroers wonen. Hij wilde met mijn zusje naar Berlijn gaan om kennis te maken met zijn broers. Maar vlak voordat de reis plaats zou vinden, raakte de verloving uit. Aangezien hij niet graag alleen ging, vroeg hij aan mij of ik zin had om mee te gaan. Ik zag dit als een avontuur.
Wat was uw indruk van deze belangrijkste eerste reis?
Je ging van West-Duitsland naar West-Berlijn over de transitweg. Deze weg mocht je beslist niet af en de tijd werd opgenomen vanaf het moment dat je het Oost-Duitse grondgebied betrad tot aan West-Berlijn. Onderweg werd je bespiedt door Vopo’s (dat betekend Oost-Duitse Volkspolizei). De transitweg was “half-oost”, “half-west”; dat kon je zien aan het onderhoud. De weg was niet onderhouden, zoals je van niemandsland kunt verwachten. Als je bij West-Berlijn aankwam bij de grens en je had er te lang over gedaan (het was namelijk verboden om te stoppen tijdens het traject), dan moest je verantwoording afleggen. Ik vermoed dat het twee uur mocht duren. Geen tankstations, geen toiletten, niks op de weg. De afstand was 162 kilometer; van Helmstedt tot Potsdam.
Het was een geluk dat de Nederlandse blauwe kentekenplaten van zijn Fiat 600 er net zo uitzagen als de Poolse, dus heel veel van de Vopo’s dachten dat ik een Pool was. Er was veel bewaking langs de weg, politieauto’s, uitkijktorens. De standaard bij de grenscontrole was dat de auto helemaal gecontroleerd werd; dat betekende dat alle bagage eruit moest. Soms ook de bekleding van de auto en zelfs de banken en de wandbekleding van de auto werden eruit gehaald. Daarna moest je zelf alles terugzetten. Verder hadden zij een karretje met een spiegel er op, waarmee zij onder de auto keken of er iemand onder de auto hing.
Wanneer had u voor het eerst het gevoel dat u zich in een andere wereld bevond?
Bij het eerste bezoek had ik al het gevoel - toen ik de grens overging bij Checkpoint Charlie - dat ik van een bruiloft ineens belandde op een begrafenis. De stemming onder de mensen was somber en terneergeslagen. De grenswachten behandelden je alsof je minderwaardig was. Ik vergeet nooit dat er op een blufferige toon tegen mij werd gezegd: “Sie kommen aus das kapitalistische Aussenland," waarbij je voelde alsof je een misdaad had gepleegd door uit Nederland te komen.
Als je dan eindelijk door mocht rijden omdat er niets verkeerds gevonden was, moest je je zo snel mogelijk melden bij de dichtstbijzijnde politiepost om te laten zien dat je in Oost-Berlijn was. Daarna volgde het verplichte bezoek aan de staatsbank om 25 West-Duitse mark om te wisselen voor 25 Oost-Duitse mark (voor de DDR was de koers 1 op 1, maar in West-Berlijn kon je voor een West-Duitse mark tien Oost-Duitse mark kopen). Dit was voor iedere dag dat je in de DDR doorbracht. En weer volgde bij de bank dezelfde zin: “Sie kommen aus das kapitalistische Aussenland”. Schijnbaar werd bij de opleiding geleerd om deze zin standaard tegen ons te zeggen.
Ik ben een keer met de trein naar Oost-Berlijn geweest. Op de terugreis werd de trein geparkeerd op een afgesloten stuk spoor en aan de kant waren twintig kooien waar honden in zaten die afgericht waren op mensen. Nadat de trein stilstond, werden de hokken opengezet en de honden vlogen op ons af (het slijm zat aan de buitenkant op de ramen). Iedereen deinsde van schrik achteruit. Als een Oost-Duitse het idee had om onder de trein te gaan hangen om te ontsnappen werd hij letterlijk verscheurd door deze honden.
U hebt een persoonlijke langdurige verbinding gehad met een plaats in Oost - Berlijn: “Äckerstrasse”. Wilt u daar iets over zeggen?
Na mijn eerste bezoek aan Oost-Berlijn kreeg ik daar echte kameraden. Zij woonden aan de Äckerstrasse, op de derde verdieping. Vanuit het raam had je uitzicht op de Muur en zag je dus precies de uitkijktorens en de zone die beveiligd werd. Heel toevallig woonde er ook een grenswacht die dienst had bij Checkpoint Charlie en dat gaf mij een enkele keer het voordeel dat als hij dienst had, ik voorrang kreeg bij het passeren van de grens. Want het gebeurde soms dat je twee tot drie uur kwijt was om de grens te passeren. Ik heb het meegemaakt dat de Vopo’s uit pesterij een tafel met stoelen voor het grensgebouw neerzetten en uitgebreid een tot anderhalf uur gingen theedrinken.
In de DDR begaf u zich - meer dan een keer - in de riskante, gevaarlijke situaties.
De tweede keer dat ik naar Oost-Berlijn ging, had ik iemand bij mij voor de gezelligheid. Hij had een fototoestel bij zich en heeft daar veelvuldig gebruik van gemaakt. Toen wij weer teruggingen werden wij gecontroleerd bij de overgang Checkpoint Charlie en werd de hele auto leeggehaald. Ook het fototoestel van het merk “Praktica” werd bekeken en meegenomen naar binnen voor controle. Even later kwamen de Vopo’s weer naar buiten en moest ik mijn auto op een speciale parkeerplaats zetten. Ik werd - als bestuurder en eigenaar van de auto - verantwoordelijk gehouden voor de inhoud, meegenomen naar een verhoorkamer en ondervraagd over het fototoestel. Het bleek namelijk dat deze “Praktica” een DDR - toestel was en het model was niet bekend bij de Vopo’s. Ik werd beschuldigd van bedrijfsspionage en dat ik het toestel naar het Westen wilde smokkelen en ik werd gedurende hun onderzoek in de cel gezet. Ik werd drie keer uit de cel gehaald voor ondervraging over het toestel en hoe ik er aan gekomen was. Uiteindelijk na ongeveer twaalf uur kwam het bericht dat dit toestel alleen voor de export naar het Westen was geproduceerd. Ik werd vrijgelaten en kon mijn reis vervolgen.
Er was er nog iets met een postzegel…
De oom van een vriendin van mij kwam bij ons op bezoek en die had een leuk cadeau voor mij. Hij verzamelde postzegels en hij had een ongestempelde postzegel van 1 Oost-Duitse mark met de afbeelding van de Nederlandse schilder Frans Hals. Ik heb de zegel achteloos in mijn portefeuille gedaan. Op de terugweg naar Nederland moest ik ook mijn zakken leegmaken en alles werd bekeken. Ook de jaszakken moesten leeg en mijn portefeuille werd ook leeggehaald en alles werd bekeken. Bij de postzegel werd er ineens alarm geslagen en nadat ik de rest weer terug had gekregen, werd ik in de cel gezet en er werd nader onderzoek gedaan naar de herkomst van de postzegel. Ik werd namelijk beschuldigd van deviezensmokkel in verband met de ongestempelde postzegel, dat als geld werd beschouwd. Het was namelijk verboden om Oost-Duitse marken vanuit de DDR uit te voeren naar het Westen op straffe van een gevangenisstraf van tenminste tien jaar. Na twee dagen ging de celdeur open en stond de Vopo uit de Äckerstrasse voor mij. Hij had mijn Fiat 600 zien staan en was gaan informeren waar ik was. Hij had geregeld dat ik weg kon met medeneming van de postzegel.
U hebt zelf van dichtbij kunnen observeren hoe het dagelijkse leven in de DDR was.
Dat was zwaar. In de supermarkt was alleen surrogaat koffie te koop. Voor een auto (Trabant) moest je je inschrijven en de wachttijd was tussen de tien en vijftien jaar; vandaar dat een tweedehands Trabant soms duurder was dan een nieuwe. De telefoon had een wachttijd van tien jaar. Zuidvruchten zoals sinaasappels en mandarijnen lagen zo ongeveer een keer in het half jaar in de winkel en waren (nadat men er ongeveer twee uur voor in de rij had gestaan), snel uitverkocht. Koffie kocht men in zakjes van ongeveer 50 gram voor 5 Oost-Duitse mark en werd verkocht vanuit een ruimte met luikjes; dus niet in de supermarkt, want daar was alleen surrogaat koffie te koop. In de groentezaak lag vaak een groentesoort; dus als er bloemkool was, at half Oost-Berlijn bloemkool, maar vaak was er helemaal niks te koop. Het leven was echt zwaar; vooral in Berlijn was dat te merken. Overal op straat politie en militairen (die in hun vrije tijd ook in uniform liepen) en constant geconfronteerd worden met de Muur die dwars door de stad liep. Er was een tramlijn die een stuk tussen de Muur in reed en die begon snelheid te maken tot ongeveer 80 km, zodat niemand het in zijn hoofd haalde om te proberen eruit te springen naar het Westen.
Maar ook in de privésfeer van de mensen was het te merken. Je wist niet of een familielid of vriend lid was van de “Stasi”, de Oost-Duitse geheime dienst, die overal zijn wortels had - en dus moest je constant oppassen wat je zei. Een kameraad van mij die ik twintig jaar kende, kreeg verkering met een meisje en die was lid van de Partij - SED (Sozialistische Einheitspartei Deutschlands). Na verloop van tijd gingen ze trouwen. Maar aangezien hij dan ook lid moest worden van de Partij, ondertekende hij een verklaring dat hij geen westelijke contacten zou onderhouden. Dat betekende dus het einde van onze twintigjarige vriendschap. Voor hem was het voordeel dat hij door ondertekening meer salaris kreeg en meerdere privileges kreeg, bijvoobeeld in de buitenlandse valuta Intershop westerse spullen kopen, zoals jeans, filterkoffiezetapparaat of baby verzorgingsartikelen (deze winkels waren eigenlijk bedoeld voor leden van de SED, want die kregen een deel van hun salaris in West-Duitse marken betaald. Koers was: 1 West-Duitse mark voor 10 tot 15 Oost-Duitse mark). Ik ben daarna nog een keer bij hem geweest, maar dat moest dan in het donker en er werd eerst gekeken of niemand zag dat ik bij hem naar binnen ging.
Wat de mensen die te maken hadden met de realiteit van de DDR zich vooral herinneren, is de permanente aanwezigheid van de politie, die dubbel aanwezig was: een politie die je direct op straat kon zien en een geheime politie, die het gedrag van mensen naging.
Overal in de stad liepen militairen en politie in groepjes. Vooral op Alexanderplatz, waar de karakteristieke televisietoren (Fernsehenturm) stond, was dat duidelijk te zien vanwege de grootte van het plein. De Stasi was niet te herkennen, maar je kon niemand vertrouwen, want de Stasi was doorgedrongen in de gewone burgerij en probeerde te infiltreren in vriendengroepen om zo aan informatie te komen.
Dankzij de reizen en het directe contact met kameraden had je een uniek inzicht. Je hebt de invloed van het totalitaire systeem op het individu van dichtbij gezien. Wat wil je hierover zeggen?
Je kunt met niemand de vertrouwelijke gesprekken hebben, eigenlijk ook niet met mijn vriend, omdat je weet niet of hij bij de Stasi zit en contact met mij had gezocht om te weten waarom ik zo vaak in de DDR kwam.
Het is bekend dat de Nederlanders vaak niet tevreden zijn over de verschillende situaties - zowel in het dagelijkse leven als in de politiek. Maar wat nu als je een ander perspectief neemt? Zoals hier bekeken vanuit de herinneringen aan de DDR?
Het was elke keer een opluchting als je weer veilig door de grens kwam en weer in het Westen was. Ik waardeerde zeker een paar maanden bewuster de luxe en veelheid aan zaken. Ik werd soms kwaad als mensen hier klaagden… niet alleen over het weer.
Kan je je de eerste euforische dagen bij de Muur en bij de Brandenburger Toren herinneren?
Toen ik in Berlijn stond bij een opening van de Muur was er chaos. De mensen uit Oost konden hun geluk niet op en lieten dat ook merken door dingen te doen die ze alleen maar kenden van de reclame van de West-Duitse televisie (dat was verboden, maar met zelfgemaakte antennes keken ze toch), zoals naar McDonald’s gaan om hamburgers te eten. Toen ik vlakbij de Muur was, hoorde ik een vreemd tikkend geluid en wat bleek: honderden mensen waren met hamer en beitel stukjes uit de Muur aan het kappen. Dat was niet eenvoudig, want de Muur bestond uit puur beton. Er stonden slimme mensen die voor vijf mark hamer en beitels verhuurden voor vijf minuten kappen…
Oost- Duitse of West-Duitse mark?
West natuurlijk…
Het meest ontroerende vond ik toen ik voor het eerst onder de Brandenburger Toren door kon lopen. Die toren stond daarvoor namelijk precies tussen de Muur in en was omringd door een mijnenveld en je kon er alleen op een afstand van honderd meter er naar kijken.
Wij zijn een kwart van de eeuw verder. Berlijn is één van de belangrijkste steden van Europa geworden. Uw laatste Berlijnse reis was in 2015. Wat gebeurt er nu op de Äckerstrasse? Wat is er tijdens de kwart van de eeuw gebeurd met de betrouwbare oude “kameraden”?
Nu, vijfentwintig jaar later, is aan het eind van de Äckerstrasse een gedenkplaats met stukken van de Muur en een wand met daarop de namen en foto’s van de mensen die zijn gedood door de grenswachten. Het jongste slachtoffertje was slechts twee maanden oud. Veel van mijn kameraden zijn overleden en met anderen heb ik het contact verloren. Ik heb eigenlijk nog maar met één kameraad contact en wij bezoeken elkaar minstens twee keer per jaar om plekken uit het verleden te bezoeken waar we zoveel herinneringen aan hebben.
Mijn zusje was verloofd met een jongen die een Oost-Duitse moeder en een Nederlandse vader had. Daardoor was hij Nederlander en kon hij dus tijdens de bouw van de Muur naar Nederland komen. Hij had in Oost -Berlijn drie halfbroers wonen. Hij wilde met mijn zusje naar Berlijn gaan om kennis te maken met zijn broers. Maar vlak voordat de reis plaats zou vinden, raakte de verloving uit. Aangezien hij niet graag alleen ging, vroeg hij aan mij of ik zin had om mee te gaan. Ik zag dit als een avontuur.
Wat was uw indruk van deze belangrijkste eerste reis?
Je ging van West-Duitsland naar West-Berlijn over de transitweg. Deze weg mocht je beslist niet af en de tijd werd opgenomen vanaf het moment dat je het Oost-Duitse grondgebied betrad tot aan West-Berlijn. Onderweg werd je bespiedt door Vopo’s (dat betekend Oost-Duitse Volkspolizei). De transitweg was “half-oost”, “half-west”; dat kon je zien aan het onderhoud. De weg was niet onderhouden, zoals je van niemandsland kunt verwachten. Als je bij West-Berlijn aankwam bij de grens en je had er te lang over gedaan (het was namelijk verboden om te stoppen tijdens het traject), dan moest je verantwoording afleggen. Ik vermoed dat het twee uur mocht duren. Geen tankstations, geen toiletten, niks op de weg. De afstand was 162 kilometer; van Helmstedt tot Potsdam.
Het was een geluk dat de Nederlandse blauwe kentekenplaten van zijn Fiat 600 er net zo uitzagen als de Poolse, dus heel veel van de Vopo’s dachten dat ik een Pool was. Er was veel bewaking langs de weg, politieauto’s, uitkijktorens. De standaard bij de grenscontrole was dat de auto helemaal gecontroleerd werd; dat betekende dat alle bagage eruit moest. Soms ook de bekleding van de auto en zelfs de banken en de wandbekleding van de auto werden eruit gehaald. Daarna moest je zelf alles terugzetten. Verder hadden zij een karretje met een spiegel er op, waarmee zij onder de auto keken of er iemand onder de auto hing.
Wanneer had u voor het eerst het gevoel dat u zich in een andere wereld bevond?
Bij het eerste bezoek had ik al het gevoel - toen ik de grens overging bij Checkpoint Charlie - dat ik van een bruiloft ineens belandde op een begrafenis. De stemming onder de mensen was somber en terneergeslagen. De grenswachten behandelden je alsof je minderwaardig was. Ik vergeet nooit dat er op een blufferige toon tegen mij werd gezegd: “Sie kommen aus das kapitalistische Aussenland," waarbij je voelde alsof je een misdaad had gepleegd door uit Nederland te komen.
Als je dan eindelijk door mocht rijden omdat er niets verkeerds gevonden was, moest je je zo snel mogelijk melden bij de dichtstbijzijnde politiepost om te laten zien dat je in Oost-Berlijn was. Daarna volgde het verplichte bezoek aan de staatsbank om 25 West-Duitse mark om te wisselen voor 25 Oost-Duitse mark (voor de DDR was de koers 1 op 1, maar in West-Berlijn kon je voor een West-Duitse mark tien Oost-Duitse mark kopen). Dit was voor iedere dag dat je in de DDR doorbracht. En weer volgde bij de bank dezelfde zin: “Sie kommen aus das kapitalistische Aussenland”. Schijnbaar werd bij de opleiding geleerd om deze zin standaard tegen ons te zeggen.
Ik ben een keer met de trein naar Oost-Berlijn geweest. Op de terugreis werd de trein geparkeerd op een afgesloten stuk spoor en aan de kant waren twintig kooien waar honden in zaten die afgericht waren op mensen. Nadat de trein stilstond, werden de hokken opengezet en de honden vlogen op ons af (het slijm zat aan de buitenkant op de ramen). Iedereen deinsde van schrik achteruit. Als een Oost-Duitse het idee had om onder de trein te gaan hangen om te ontsnappen werd hij letterlijk verscheurd door deze honden.
U hebt een persoonlijke langdurige verbinding gehad met een plaats in Oost - Berlijn: “Äckerstrasse”. Wilt u daar iets over zeggen?
Na mijn eerste bezoek aan Oost-Berlijn kreeg ik daar echte kameraden. Zij woonden aan de Äckerstrasse, op de derde verdieping. Vanuit het raam had je uitzicht op de Muur en zag je dus precies de uitkijktorens en de zone die beveiligd werd. Heel toevallig woonde er ook een grenswacht die dienst had bij Checkpoint Charlie en dat gaf mij een enkele keer het voordeel dat als hij dienst had, ik voorrang kreeg bij het passeren van de grens. Want het gebeurde soms dat je twee tot drie uur kwijt was om de grens te passeren. Ik heb het meegemaakt dat de Vopo’s uit pesterij een tafel met stoelen voor het grensgebouw neerzetten en uitgebreid een tot anderhalf uur gingen theedrinken.
In de DDR begaf u zich - meer dan een keer - in de riskante, gevaarlijke situaties.
De tweede keer dat ik naar Oost-Berlijn ging, had ik iemand bij mij voor de gezelligheid. Hij had een fototoestel bij zich en heeft daar veelvuldig gebruik van gemaakt. Toen wij weer teruggingen werden wij gecontroleerd bij de overgang Checkpoint Charlie en werd de hele auto leeggehaald. Ook het fototoestel van het merk “Praktica” werd bekeken en meegenomen naar binnen voor controle. Even later kwamen de Vopo’s weer naar buiten en moest ik mijn auto op een speciale parkeerplaats zetten. Ik werd - als bestuurder en eigenaar van de auto - verantwoordelijk gehouden voor de inhoud, meegenomen naar een verhoorkamer en ondervraagd over het fototoestel. Het bleek namelijk dat deze “Praktica” een DDR - toestel was en het model was niet bekend bij de Vopo’s. Ik werd beschuldigd van bedrijfsspionage en dat ik het toestel naar het Westen wilde smokkelen en ik werd gedurende hun onderzoek in de cel gezet. Ik werd drie keer uit de cel gehaald voor ondervraging over het toestel en hoe ik er aan gekomen was. Uiteindelijk na ongeveer twaalf uur kwam het bericht dat dit toestel alleen voor de export naar het Westen was geproduceerd. Ik werd vrijgelaten en kon mijn reis vervolgen.
Er was er nog iets met een postzegel…
De oom van een vriendin van mij kwam bij ons op bezoek en die had een leuk cadeau voor mij. Hij verzamelde postzegels en hij had een ongestempelde postzegel van 1 Oost-Duitse mark met de afbeelding van de Nederlandse schilder Frans Hals. Ik heb de zegel achteloos in mijn portefeuille gedaan. Op de terugweg naar Nederland moest ik ook mijn zakken leegmaken en alles werd bekeken. Ook de jaszakken moesten leeg en mijn portefeuille werd ook leeggehaald en alles werd bekeken. Bij de postzegel werd er ineens alarm geslagen en nadat ik de rest weer terug had gekregen, werd ik in de cel gezet en er werd nader onderzoek gedaan naar de herkomst van de postzegel. Ik werd namelijk beschuldigd van deviezensmokkel in verband met de ongestempelde postzegel, dat als geld werd beschouwd. Het was namelijk verboden om Oost-Duitse marken vanuit de DDR uit te voeren naar het Westen op straffe van een gevangenisstraf van tenminste tien jaar. Na twee dagen ging de celdeur open en stond de Vopo uit de Äckerstrasse voor mij. Hij had mijn Fiat 600 zien staan en was gaan informeren waar ik was. Hij had geregeld dat ik weg kon met medeneming van de postzegel.
U hebt zelf van dichtbij kunnen observeren hoe het dagelijkse leven in de DDR was.
Dat was zwaar. In de supermarkt was alleen surrogaat koffie te koop. Voor een auto (Trabant) moest je je inschrijven en de wachttijd was tussen de tien en vijftien jaar; vandaar dat een tweedehands Trabant soms duurder was dan een nieuwe. De telefoon had een wachttijd van tien jaar. Zuidvruchten zoals sinaasappels en mandarijnen lagen zo ongeveer een keer in het half jaar in de winkel en waren (nadat men er ongeveer twee uur voor in de rij had gestaan), snel uitverkocht. Koffie kocht men in zakjes van ongeveer 50 gram voor 5 Oost-Duitse mark en werd verkocht vanuit een ruimte met luikjes; dus niet in de supermarkt, want daar was alleen surrogaat koffie te koop. In de groentezaak lag vaak een groentesoort; dus als er bloemkool was, at half Oost-Berlijn bloemkool, maar vaak was er helemaal niks te koop. Het leven was echt zwaar; vooral in Berlijn was dat te merken. Overal op straat politie en militairen (die in hun vrije tijd ook in uniform liepen) en constant geconfronteerd worden met de Muur die dwars door de stad liep. Er was een tramlijn die een stuk tussen de Muur in reed en die begon snelheid te maken tot ongeveer 80 km, zodat niemand het in zijn hoofd haalde om te proberen eruit te springen naar het Westen.
Maar ook in de privésfeer van de mensen was het te merken. Je wist niet of een familielid of vriend lid was van de “Stasi”, de Oost-Duitse geheime dienst, die overal zijn wortels had - en dus moest je constant oppassen wat je zei. Een kameraad van mij die ik twintig jaar kende, kreeg verkering met een meisje en die was lid van de Partij - SED (Sozialistische Einheitspartei Deutschlands). Na verloop van tijd gingen ze trouwen. Maar aangezien hij dan ook lid moest worden van de Partij, ondertekende hij een verklaring dat hij geen westelijke contacten zou onderhouden. Dat betekende dus het einde van onze twintigjarige vriendschap. Voor hem was het voordeel dat hij door ondertekening meer salaris kreeg en meerdere privileges kreeg, bijvoobeeld in de buitenlandse valuta Intershop westerse spullen kopen, zoals jeans, filterkoffiezetapparaat of baby verzorgingsartikelen (deze winkels waren eigenlijk bedoeld voor leden van de SED, want die kregen een deel van hun salaris in West-Duitse marken betaald. Koers was: 1 West-Duitse mark voor 10 tot 15 Oost-Duitse mark). Ik ben daarna nog een keer bij hem geweest, maar dat moest dan in het donker en er werd eerst gekeken of niemand zag dat ik bij hem naar binnen ging.
Wat de mensen die te maken hadden met de realiteit van de DDR zich vooral herinneren, is de permanente aanwezigheid van de politie, die dubbel aanwezig was: een politie die je direct op straat kon zien en een geheime politie, die het gedrag van mensen naging.
Overal in de stad liepen militairen en politie in groepjes. Vooral op Alexanderplatz, waar de karakteristieke televisietoren (Fernsehenturm) stond, was dat duidelijk te zien vanwege de grootte van het plein. De Stasi was niet te herkennen, maar je kon niemand vertrouwen, want de Stasi was doorgedrongen in de gewone burgerij en probeerde te infiltreren in vriendengroepen om zo aan informatie te komen.
Dankzij de reizen en het directe contact met kameraden had je een uniek inzicht. Je hebt de invloed van het totalitaire systeem op het individu van dichtbij gezien. Wat wil je hierover zeggen?
Je kunt met niemand de vertrouwelijke gesprekken hebben, eigenlijk ook niet met mijn vriend, omdat je weet niet of hij bij de Stasi zit en contact met mij had gezocht om te weten waarom ik zo vaak in de DDR kwam.
Het is bekend dat de Nederlanders vaak niet tevreden zijn over de verschillende situaties - zowel in het dagelijkse leven als in de politiek. Maar wat nu als je een ander perspectief neemt? Zoals hier bekeken vanuit de herinneringen aan de DDR?
Het was elke keer een opluchting als je weer veilig door de grens kwam en weer in het Westen was. Ik waardeerde zeker een paar maanden bewuster de luxe en veelheid aan zaken. Ik werd soms kwaad als mensen hier klaagden… niet alleen over het weer.
Kan je je de eerste euforische dagen bij de Muur en bij de Brandenburger Toren herinneren?
Toen ik in Berlijn stond bij een opening van de Muur was er chaos. De mensen uit Oost konden hun geluk niet op en lieten dat ook merken door dingen te doen die ze alleen maar kenden van de reclame van de West-Duitse televisie (dat was verboden, maar met zelfgemaakte antennes keken ze toch), zoals naar McDonald’s gaan om hamburgers te eten. Toen ik vlakbij de Muur was, hoorde ik een vreemd tikkend geluid en wat bleek: honderden mensen waren met hamer en beitel stukjes uit de Muur aan het kappen. Dat was niet eenvoudig, want de Muur bestond uit puur beton. Er stonden slimme mensen die voor vijf mark hamer en beitels verhuurden voor vijf minuten kappen…
Oost- Duitse of West-Duitse mark?
West natuurlijk…
Het meest ontroerende vond ik toen ik voor het eerst onder de Brandenburger Toren door kon lopen. Die toren stond daarvoor namelijk precies tussen de Muur in en was omringd door een mijnenveld en je kon er alleen op een afstand van honderd meter er naar kijken.
Wij zijn een kwart van de eeuw verder. Berlijn is één van de belangrijkste steden van Europa geworden. Uw laatste Berlijnse reis was in 2015. Wat gebeurt er nu op de Äckerstrasse? Wat is er tijdens de kwart van de eeuw gebeurd met de betrouwbare oude “kameraden”?
Nu, vijfentwintig jaar later, is aan het eind van de Äckerstrasse een gedenkplaats met stukken van de Muur en een wand met daarop de namen en foto’s van de mensen die zijn gedood door de grenswachten. Het jongste slachtoffertje was slechts twee maanden oud. Veel van mijn kameraden zijn overleden en met anderen heb ik het contact verloren. Ik heb eigenlijk nog maar met één kameraad contact en wij bezoeken elkaar minstens twee keer per jaar om plekken uit het verleden te bezoeken waar we zoveel herinneringen aan hebben.