Er was eens, bij het Noorderplantsoen een knus straatje, met een gezellig huisje en als het mooi weer is staat de voordeur gewoon uitnodigend open. Zo zou je bijna gaan praten als je bij Hilda Groen en Jeanne Cazemier (19) in de woonkamer staat. Hun huis voelt namelijk als een waar sprookje.
Wat brengt jullie hier in Groningen?
‘Ik kom uit Zuidlaren,’ vertelt Jeanne. ‘Hilda komt uit Roden. Allebei dorpjes hier niet zo ver vandaan. We zaten samen op de middelbare school in Groningen. We zijn beiden sinds dit schooljaar bedrijfskunde gaan studeren. Zo zijn we in de stad terechtgekomen.
Hoe ben je aan deze kamer gekomen?
‘Jeanne haar opa is de eigenaar van dit huisje.’ Hilda heeft ook erg geboft met haar woning, ‘Haar oom woonde hier altijd maar ging er net uit toen wij hier afgelopen oktober aan onze studie begonnen.’ Het huisje is precies groot genoeg voor twee personen. Er is een hal, woonkamer, keuken en een tuintje. Op de bovenverdieping is de vliering voor de dames verbouwd tot twee kleine slaapkamertjes. ‘Onze slaapkamers stellen echt niets voor,’ zegt Jeanne, ‘daar zijn we dus niet vaak te vinden. Gelukkig kennen we elkaar al heel lang en goed, waardoor het niet erg is om altijd in dezelfde ruimte te zijn.’ De dames betalen per persoon inclusief 350 euro.
Hoeveel doen jullie echt samen, als vriendinnen en huisgenoten?
‘We zijn samen lid van studentenvereniging Navigators, we wonen met elkaar en doen dezelfde studie maar het is niet zo dat we echt altijd samen zijn,’ zegt Hilda. ‘Ik doe veel buiten de deur en als ik dan thuiskom heb ik echt een eigen huisje, heerlijk vind ik dat.’ Jeanne kijkt Hilda aan. ‘Maar echt met zijn tweeën eten doen we niet zoveel toch? We eten veel met gemeenschappelijke vrienden en dus bij de vereniging. Ik denk dat ik één keer per week alleen met Hilda eet.’
Hilda loopt door de kamer heen en wijst aan welk stuk inrichting van haar en welke van Jeanne is. ‘Die lamp heeft Jeanne gekocht voor vijfendertig euro. Nieuw kost zoiets wel tegen de tweehonderd denk ik. De stoelen zijn van mij, de tafel van Jeanne, de gehaakte kleedjes van mijn oma, maar dat gehaakte is dan weer van de moeder van Jeanne, die oranje lamp heb ik gekocht van een oud dametje, die oranje lamp die er goed bij past hebben we van de Mama Mini…’ en zo gaat ze wel even door. Het is bijzonder dat het hele interieur echt perfect bij elkaar past. ‘We weten gewoon heel goed van elkaar wat we leuk vinden. Pas geleden liep ik in de Mama Mini met andere vriendinnen en toen zag ik een leren kameel. Ik vond hem geweldig en wist dat Jeanne hem ook leuk zou vinden. Die vriendinnen waar ik mee was haalden hun neus ervoor op. ‘Wat moet je nou met een leren kameel? haha. Maar hij staat hartstikke leuk op de schouw.’
Stel dat jullie nog iets konden veranderen aan jullie huis, wat zou dat dan zijn?
‘Grotere slaap- en badkamer,’ zegt Hilda na wat aarzeling. ‘Een walk-in-closet! Maar aan de andere kant, hoe groter hoe meer je moet schoonmaken!’ Jeanne moet ook lachen, zij kan echt niets bedenken wat ze nog erbij zou willen.
Waar zien we je over tien jaar?
Jeanne slaakt een zucht. ‘Ik heb echt geen idee. Misschien aan de andere kant van de wereld, maar voor het zelfde geld zit ik gewoon hier.’ Hilda heeft wel al een idee. ‘Ik wil in een oud leuk huis wonen in een mooie stad als Haarlem, met een paar kinderen en een bakfiets. O ja, een man is natuurlijk ook leuk.’
De dames hoeven niet per se in Groningen te blijven. ‘Je weet nooit wat er op je pad komt en wat voor kansen je gaat krijgen,’ zegt Jeanne. ‘Ik zie mezelf niet een grote baan hebben over tien jaar. Een eigen koffiezaak is wel een beetje mijn droom.’
Op het moment hebben de dames een onderneming waarin ze door heel Groningen één keer per week mensen een fruitzak bezorgen. ‘Misschien is dit over tien jaar wel zo groot dat het de ‘fruitbag’ heet,’ lacht Hilda, ‘dat we zelfs in het buitenland zitten. Misschien hebben we dan nog steeds wel veel met elkaar te maken als eigenaren van dit bedrijf, of hebben we het concept verkocht en zitten we van dat geld te chillen aan het strand.’
Dat is natuurlijk ook geen slecht vooruitzicht voor over tien jaar, maar op het moment zijn de studentes en hun fruitzak nog wel even in Groningen te vinden.
Tekst en foto: Sterre Hurkens
‘Ik kom uit Zuidlaren,’ vertelt Jeanne. ‘Hilda komt uit Roden. Allebei dorpjes hier niet zo ver vandaan. We zaten samen op de middelbare school in Groningen. We zijn beiden sinds dit schooljaar bedrijfskunde gaan studeren. Zo zijn we in de stad terechtgekomen.
Hoe ben je aan deze kamer gekomen?
‘Jeanne haar opa is de eigenaar van dit huisje.’ Hilda heeft ook erg geboft met haar woning, ‘Haar oom woonde hier altijd maar ging er net uit toen wij hier afgelopen oktober aan onze studie begonnen.’ Het huisje is precies groot genoeg voor twee personen. Er is een hal, woonkamer, keuken en een tuintje. Op de bovenverdieping is de vliering voor de dames verbouwd tot twee kleine slaapkamertjes. ‘Onze slaapkamers stellen echt niets voor,’ zegt Jeanne, ‘daar zijn we dus niet vaak te vinden. Gelukkig kennen we elkaar al heel lang en goed, waardoor het niet erg is om altijd in dezelfde ruimte te zijn.’ De dames betalen per persoon inclusief 350 euro.
Hoeveel doen jullie echt samen, als vriendinnen en huisgenoten?
‘We zijn samen lid van studentenvereniging Navigators, we wonen met elkaar en doen dezelfde studie maar het is niet zo dat we echt altijd samen zijn,’ zegt Hilda. ‘Ik doe veel buiten de deur en als ik dan thuiskom heb ik echt een eigen huisje, heerlijk vind ik dat.’ Jeanne kijkt Hilda aan. ‘Maar echt met zijn tweeën eten doen we niet zoveel toch? We eten veel met gemeenschappelijke vrienden en dus bij de vereniging. Ik denk dat ik één keer per week alleen met Hilda eet.’
Hilda loopt door de kamer heen en wijst aan welk stuk inrichting van haar en welke van Jeanne is. ‘Die lamp heeft Jeanne gekocht voor vijfendertig euro. Nieuw kost zoiets wel tegen de tweehonderd denk ik. De stoelen zijn van mij, de tafel van Jeanne, de gehaakte kleedjes van mijn oma, maar dat gehaakte is dan weer van de moeder van Jeanne, die oranje lamp heb ik gekocht van een oud dametje, die oranje lamp die er goed bij past hebben we van de Mama Mini…’ en zo gaat ze wel even door. Het is bijzonder dat het hele interieur echt perfect bij elkaar past. ‘We weten gewoon heel goed van elkaar wat we leuk vinden. Pas geleden liep ik in de Mama Mini met andere vriendinnen en toen zag ik een leren kameel. Ik vond hem geweldig en wist dat Jeanne hem ook leuk zou vinden. Die vriendinnen waar ik mee was haalden hun neus ervoor op. ‘Wat moet je nou met een leren kameel? haha. Maar hij staat hartstikke leuk op de schouw.’
Stel dat jullie nog iets konden veranderen aan jullie huis, wat zou dat dan zijn?
‘Grotere slaap- en badkamer,’ zegt Hilda na wat aarzeling. ‘Een walk-in-closet! Maar aan de andere kant, hoe groter hoe meer je moet schoonmaken!’ Jeanne moet ook lachen, zij kan echt niets bedenken wat ze nog erbij zou willen.
Waar zien we je over tien jaar?
Jeanne slaakt een zucht. ‘Ik heb echt geen idee. Misschien aan de andere kant van de wereld, maar voor het zelfde geld zit ik gewoon hier.’ Hilda heeft wel al een idee. ‘Ik wil in een oud leuk huis wonen in een mooie stad als Haarlem, met een paar kinderen en een bakfiets. O ja, een man is natuurlijk ook leuk.’
De dames hoeven niet per se in Groningen te blijven. ‘Je weet nooit wat er op je pad komt en wat voor kansen je gaat krijgen,’ zegt Jeanne. ‘Ik zie mezelf niet een grote baan hebben over tien jaar. Een eigen koffiezaak is wel een beetje mijn droom.’
Op het moment hebben de dames een onderneming waarin ze door heel Groningen één keer per week mensen een fruitzak bezorgen. ‘Misschien is dit over tien jaar wel zo groot dat het de ‘fruitbag’ heet,’ lacht Hilda, ‘dat we zelfs in het buitenland zitten. Misschien hebben we dan nog steeds wel veel met elkaar te maken als eigenaren van dit bedrijf, of hebben we het concept verkocht en zitten we van dat geld te chillen aan het strand.’
Dat is natuurlijk ook geen slecht vooruitzicht voor over tien jaar, maar op het moment zijn de studentes en hun fruitzak nog wel even in Groningen te vinden.
Tekst en foto: Sterre Hurkens