Een beschouwing door Gerrit Brand
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: Mannen in de zon van Ghassan Kanafani zou iedereen moeten lezen. Hoewel deze korte roman al zestig jaar geleden werd geschreven, is hij actueler dan ooit. Vooral sinds de wrede aanval van Hamas vanuit Gaza op Israël op 7 oktober 2023 en de daaropvolgende nietsontziende, moorddadige reactie van Israël waarbij zo langzamerhand heel Gaza verwoest is en al meer dan 25.000 Palestijnen zijn vermoord, om maar niet te spreken van de ontelbaar vele gewonden.
Het is het verhaal van Palestina, van de Nakba (de verdrijving van de Palestijnen van hun land). Daarnaast laat het zien dat het vluchtelingenprobleem, compleet met mensensmokkelaars, niet van de laatste tijd is. Wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon.
Wie mij kent weet dat ik al twintig jaar een band heb met Libanon. Ik ben er vele malen geweest. Ik ken het hele land, van noord tot zuid. De hoofdstad Beiroet en het meest zuidelijk gelegen Tyre, niet ver van de Israëlische grens, zijn de steden die ik het beste ken.
De recente geschiedenis van Libanon is nauw verweven met het Palestijnenvraagstuk. De burgeroorlog in Libanon en alle invallen en bezettingen van het land door de Israëli’s (meest recentelijk verwoestte Israël in 2006 de hele infrastructuur van het land als vergelding voor een aanval van Hezbollah op een Israëlische grenspost) zijn in wezen terug te voeren op de verdrijving van de Palestijnen uit hun land, sinds de stichting van de staat Israël in 1948. Niet voor niks verkeert Libanon nog steeds in oorlog met Israël. Als je vanuit Tyre naar de grens met Israël rijdt, houdt de weg ineens op. Er is sprake van prikkeldraadversperringen en zwaar bewaakte grensposten. Blauwhelmen van de VN zijn demonstratief aanwezig om je duidelijk te maken dat hier twee partijen uit elkaar gehouden moeten worden. Maar goed, ik dwaal af.
De Palestijnse schrijver van de roman Mannen in de zon, Ghassan Kanafani werd in 1936 geboren in Akko, in het noorden van Israël, niet ver van de Libanese grens. Toen de Israëlische staat gesticht werd vluchtte de familie onder druk van zware beschietingen en een typhusbesmetting van het drinkwater, naar Beiroet en vervolgens naar de Syrische hoofdstad Damascus. Kanafani studeerde literatuur aan de universiteit van Damascus. Daarna gaf hij onder andere les aan kinderen in Palestijnse vluchtelingenkampen. Via Koeweit waar hij een tijdlang woonde verhuisde hij terug naar Beiroet.
In veel van zijn werk staat de Palestijnse Nakba centraal. Hij introduceerde het concept van Adab al-Muqawama (verzetsliteratuur) in de Palestijnse literatuur. In 1970 werd hij woordvoerder van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina. Op 8 juli 1972 werd hij (en een nichtje dat bij hem in de auto zat) door de Israëlische geheime dienst, de Mossad, vermoord door middel van een autobom. Laten we op deze plek maar niet verder ingaan op dit soort moordacties, waarbij de selectieve verontwaardiging in de westelijke wereld echter nogal opvalt. Israëli’s én Amerikanen mogen politieke tegenstanders (vaak zogenaamd preventief) uitschakelen, terwijl als bijvoorbeeld Iraniërs of Russen dit doen de wereld te klein is.
Kanafani werd dus slechts 36 jaar oud. Hij schreef in zijn korte leven echter wel achttien boeken, die in vertaling in twintig landen gepubliceerd werden en worden.
Mannen onder de zon (1963) is door Djûke Poppinga in het Nederlands vertaald, en dat heeft ze bewonderenswaardig goed gedaan. Het boek leest heel plezierig, je hebt geen moment het gevoel met een vertaling te maken te hebben. Zelf ben ik in al die jaren dat ik in de Arabische wereld komt er maar niet in geslaagd de taal te leren. Zo gemakkelijk is dat namelijk niet (schrijf ik enigszins meesmuilend).
De roman is een van de meest bewonderde en geciteerde werken in de moderne Arabische literatuur. Als je tegen iemand van Arabische afkomst de naam Kanafani noemt weet hij of zij onmiddellijk over wie je het hebt en ook dat de schrijver met een autobom vermoord werd in Beiroet. Dat iemand die niet direct iets met literatuur heeft zijn kent, zegt veel over zijn roem.
Het verhaal van Mannen in de zon is een allegorie voor de Palestijnse rampspoed in de nasleep van de Nakba. Het boek beschrijft de wanhoop, passiviteit en politieke corruptie die het leven van de Palestijnen in vluchtelingenkampen teisteren.
Het centrale personage is een verbitterde ex-soldaat, Abul Khaizuran. We zouden tegenwoordig zeggen: een mensensmokkelaar. Hij is vooral op jacht naar geld. Daarnaast spelen drie Palestijnen, die symbolisch staan voor drie generaties Palestijnen een rol in het boek. Zij worden door Khaizuran de grens tussen Irak en Koeweit overgesmokkeld in de lege watertank van zijn vrachtwagen De intensiteit van de hitte in de watertanker is zodanig dat niemand langer dan een paar minuten kan overleven.
Ik zal niet te veel over het verloop van het verhaal vertellen, maar de lezer kan rekenen op een spannend verhaal. Je blijft lezen. De roman telt slechts zo’n 100 pagina’s en je leest hem dan ook binnen een paar uur uit.
Het einde van de roman wordt vaak beschouwd als symbool voor de nutteloze pogingen van de Palestijnen om een nieuwe identiteit op te bouwen ver weg van hun geboorteland Palestina, en de figuur van Abul Khaizuran als symbool van de onmacht van het Palestijnse leiderschap.
Er valt veel te zeggen over de interpretatie van deze korte roman met betrekking tot de Palestijnse kwestie. Duidelijk is dat Kanafani een meesterlijk boek heeft geschreven. Schrijvers van het kaliber Kalafani horen niet door Israëli’s vermoord te worden.
Mannen in de zon. Ghassan Kanafani (met een nawoord van vertaalster Djûke Poppinga). Uitgeverij Jurgen Maas. ISBN 978 90 833441 2 6. Prijs: € 19,90.