Tekst: Gerrit Brand
Eeuwenlang verdiende het merendeel van de Twentse bevolking zijn boterham geheel, of deels, op een boerderij. Boerderijen waren de hoekstenen van het Twentse platteland. Een tastbaar fundament voor de bewoners op oale grond die vaak van generatie op generatie lief en leed deelden op het eigen erve. Het levensverhaal van één karakteristieke boerderij, het erve Ziethof bij Delden, vertelt tegelijkertijd het grote verhaal van 600 jaar boerenleven in Twente. In ‘t Is doan – 600 jaar boerenleven in Twente leven we mee met het wel en wee van de bewoners van erve Ziethof, op reis door de Twentse geschiedenis.
Eeuwenlang verdiende het merendeel van de Twentse bevolking zijn boterham geheel, of deels, op een boerderij. Boerderijen waren de hoekstenen van het Twentse platteland. Een tastbaar fundament voor de bewoners op oale grond die vaak van generatie op generatie lief en leed deelden op het eigen erve. Het levensverhaal van één karakteristieke boerderij, het erve Ziethof bij Delden, vertelt tegelijkertijd het grote verhaal van 600 jaar boerenleven in Twente. In ‘t Is doan – 600 jaar boerenleven in Twente leven we mee met het wel en wee van de bewoners van erve Ziethof, op reis door de Twentse geschiedenis.
Als je ouder wordt ga je je voor het verleden interesseren, wordt er gezegd. Oké, maar dan wel voor je eigen verleden. Als je jong bent heb je geen verleden, dan leef je in het heden, met de blik op de toekomst gericht. Mijn verleden, mijn jeugd, speelde zich af op een boerderij op de grens tussen Overijssel en Drenthe, aan de Sallandse kant: Dedemsvaart. Mijn interesse was dan ook gewekt toen het boek ’t Is doan. 600 jaar boerenleven in Twente uitkwam.
Twente, Drenthe, Salland, het is wat mij betreft één pot nat. Wat natuurlijk niet helemaal waar is, want juist op het platteland – en zeker vroeger – had elke plaats en elk gehucht zijn eigen karakter. Blijkbaar was ik al jong nostalgisch aangelegd want vlak na mijn studie (ik zal een jaar of dertig geweest zijn) begon ik al te schrijven aan een roman die zich afspeelde in mijn geboortestreek, toen nog de gemeente Avereest. (Waarom moest die eigenlijk verdwijnen en opgaan in de gemeente Hardenberg? Wij in Dedemsvaart, ‘an de voart’, hadden toch helemaal niks met die lui uit Hardenberg? We gingen ernaartoe om te knokken, in het weekend, als de discotheek uitging, maar voor de rest… Ook dat komen we tegen in het boek over het boerenleven in Twente: er werd vroeger veel gevochten, onderling, door de boeren). Die roman waar ik aan schreef kwam driekwart afgemaakt in de la te liggen en pas een jaar of vijf geleden duikelde ik hem weer op om hem helemaal te herschrijven én af te maken. Het werd De Amerikaan.
Twente, Drenthe, Salland, het is wat mij betreft één pot nat. Wat natuurlijk niet helemaal waar is, want juist op het platteland – en zeker vroeger – had elke plaats en elk gehucht zijn eigen karakter. Blijkbaar was ik al jong nostalgisch aangelegd want vlak na mijn studie (ik zal een jaar of dertig geweest zijn) begon ik al te schrijven aan een roman die zich afspeelde in mijn geboortestreek, toen nog de gemeente Avereest. (Waarom moest die eigenlijk verdwijnen en opgaan in de gemeente Hardenberg? Wij in Dedemsvaart, ‘an de voart’, hadden toch helemaal niks met die lui uit Hardenberg? We gingen ernaartoe om te knokken, in het weekend, als de discotheek uitging, maar voor de rest… Ook dat komen we tegen in het boek over het boerenleven in Twente: er werd vroeger veel gevochten, onderling, door de boeren). Die roman waar ik aan schreef kwam driekwart afgemaakt in de la te liggen en pas een jaar of vijf geleden duikelde ik hem weer op om hem helemaal te herschrijven én af te maken. Het werd De Amerikaan.
Het boek ’t Is doan bracht me helemaal terug bij mijn roots. Het vormt een illustratie van het thema van De Amerikaan: het boerenleven op het platteland in Oost-Nederland. Als je jong bent, in de jaren 60 en 70, in Oost-Nederland (Overijssel en Drenthe) en thuis dialect spreekt (alle boer’n proat plat), om vervolgens aan, laten we zeggen, het milieu te ontsnappen en de wijde wereld in te trekken (je gaat studeren en wordt internationaal met al die vreemde talen die je geleerd hebt en je vindt artistiek werk in de reclamewereld), dan wil je eigenlijk niet meer aan dat plattelandsbestaan van ooit herinnerd worden. Het gaat te ver om te zeggen dat je je ervoor schaamt maar het zit ertegenaan. Niet voor niks worden sporters uit het noorden en oosten voor ‘boeren’ uitgescholden als ze in het westen des lands moeten sporten. Ik heb het zelf meegemaakt en moeten aanhoren. In zo’n situatie hou je maar liever je bek en is plat proaten al helemaal uit den boze. Maar naarmate je ouder wordt en ziet wat voor een zootje het in de Randstad is, begint de trots op je boerenroots toch te overheersen, tot er een moment komt waarop je gewoon in de kroeg in Amsterdam vertelt dat je in Groningen woont, maar eigenlijk in Dedemsvaart geboren bent. Op een boerderij. |
Wij hadden zo’n boerderij, als op de plaatjes in ’t Is doan, niet helemaal hetzelfde want die Twentse boerderijen hadden een geheel eigen karakter. Die van ons was Drents, en zeker geen lös hoes, waarin de mensen en het vee in een en dezelfde grote ruimte verbleven. Wij hadden een boerderij met twee grote woonkamers en een keuken, maar via de deel, waar je door de baanderdeuren toegang toe had, kwam je in de koestallen terecht, waarboven zich de hooizolder bevond. En helemaal aan het eind van deze langwerpige, riet-gedekte, Drentse boerderij uit 1840, stond de potstal, een zwart-geteerde houten stal waarin de bolle, een enorme stier die in zijn eentje alle koeien mocht dekken, en een paar pinken stonden.
Het boek van de Zwolse historicus Jan ten Hove beschrijft de geschiedenis van een oeroud Overijssels erve, het boerenbedrijf van de familie Ziethof of Zijthof of Ten Sijthoff of hoe ze in de loop der eeuwen allemaal al niet zijn gaan heten. Dit zogenaamde erve, deze boerderij, bestaat nog steeds en bevindt zich in de buurt van Delden.
Het boek van de Zwolse historicus Jan ten Hove beschrijft de geschiedenis van een oeroud Overijssels erve, het boerenbedrijf van de familie Ziethof of Zijthof of Ten Sijthoff of hoe ze in de loop der eeuwen allemaal al niet zijn gaan heten. Dit zogenaamde erve, deze boerderij, bestaat nog steeds en bevindt zich in de buurt van Delden.
In een prachtig, rijk geïllustreerd hardcover boek wordt de historie van dit erve uit de doeken gedaan vanaf het midden van de 14e eeuw. Door middel van origineel archiefmateriaal en schilderijen en tekeningen uit die tijd, wordt het Twentse boerenbedrijf in de context van de geschiedenis geplaatst. Geschiedschrijving, nu eens een keer niet vanuit de officiële bronnen van mensen van adel en landsbestuurders, maar vanuit het gewone volk. We maken de 80-jarige oorlog mee (Bommen Berend, de bisschop van Münster die de belegering van de stad Groningen met een enorme nederlaag moest bekopen, komt erin voor), de strijd tussen katholieken en protestanten, de Bataafse revolutie, de Napoleontische tijd, de opkomst van de industrie in de 19e eeuw tot aan de tweede wereldoorlog. Op het Twentse erve voltrok het leven zich volgens vaste patronen. Het welvaren van de boerenfamilie werd in sterke mate beïnvloed door de gang van zaken in de grote buitenwereld. De biografie van een boerderij is dan ook onvermijdelijk ingebed in het ritme van de universele historie, niet alleen op economisch vlak, maar ook op politiek, bestuurlijk, religieus, maatschappelijk en ruimtelijk gebied. |
De oudste schriftelijke vermelding van het erve Ziethof dateert al uit 1315. Dat maakt het tot één van de oudste gedocumenteerde erven in de regio. De wederwaardigheden van deze boerderij en zijn bewoners zijn exemplarisch voor het levensverhaal van veel andere boerderijen, maar ook van de agrarische ontwikkeling van de streek. Het welvaren van de landbouwers werd immers sterk beïnvloed door ontwikkelingen in de ‘grote’ buitenwereld. Aan de hand van een tijdlijn van 50 korte hoofdstukken volgt ‘t Is doan de globale Twentse geschiedenis. Dat geeft een unieke en veelzijdige kijk op het verleden van het platteland, gezien door de ogen van de bewoners zelf. Aansprekende details uit het leven van de familieleden rondom het erve, van noaberschap en geboorte- en sterfgevallen, tot pachtschulden en burenruzies die bij het lokale gerecht werden uitgevochten of onderling vereffend, worden geïllustreerd met sfeervolle schilderijen, tekeningen en historische foto’s vol verweerde gezichten in het oogstveld. Het brengt de generaties uit de boerenfamilie heel dichtbij. |
‘t Is doan betekent in de Twentse streektaal zoveel als ‘het is klaar’. Een boer zegt dat als de oogst is binnengehaald. In dit geval verwijst het ook naar de inmiddels vrijwel verdwenen unieke en veelzijdige boerencultuur. Bij mij maakte dit boek veel herinneringen los aan mijn kinder- en jeugdjaren.
De oude boerderij waarop ik opgroeide bestaat niet meer. Ergens in de jaren zeventig werd hij al tot monument verklaard. Ik herinner me dat mijn ouders daar niet heel erg blij mee waren want er mocht niet veel aan verbouwd worden. Helaas brandde de hele boerderij van de familie Brand (what’s in a name?) eind jaren 80 geheel af. Oorzaak: een oververhitte bouwlamp in de nok van het rieten dak. Nu staat op die plek een modern woonhuis met losse stallen. Het land is al jaren geleden geëgaliseerd, de slootjes met idyllische bomenrijen zijn verdwenen en hebben plaats gemaakt voor een groot egaal groen oppervlak dat gemakkelijk te bewerken is. De sjeu is er vanaf wat mij betreft. Wat overblijft zijn de mooie herinneren, die ik voor een deel (met alle scabreuze details van dien – want zo braaf waren we in die tijd nou ook weer niet – in mijn roman heb beschreven.
Met ’t Is doan sluit publicist en historicus Jan ten Hove (1960) 30 jaar onderzoek – in gang gezet door een verre nazaat van de Ziethofs – af. Een prachtig boek. Zeer aanbevelenswaardig.
’t Is doan, 600 jaar boerenleven in Twente, Jan ten Hove I hardcover I 216 pagina’s I ISBN 9789462584723 I WBooks I
€ 24,95 I Bestel het boek hier I
De oude boerderij waarop ik opgroeide bestaat niet meer. Ergens in de jaren zeventig werd hij al tot monument verklaard. Ik herinner me dat mijn ouders daar niet heel erg blij mee waren want er mocht niet veel aan verbouwd worden. Helaas brandde de hele boerderij van de familie Brand (what’s in a name?) eind jaren 80 geheel af. Oorzaak: een oververhitte bouwlamp in de nok van het rieten dak. Nu staat op die plek een modern woonhuis met losse stallen. Het land is al jaren geleden geëgaliseerd, de slootjes met idyllische bomenrijen zijn verdwenen en hebben plaats gemaakt voor een groot egaal groen oppervlak dat gemakkelijk te bewerken is. De sjeu is er vanaf wat mij betreft. Wat overblijft zijn de mooie herinneren, die ik voor een deel (met alle scabreuze details van dien – want zo braaf waren we in die tijd nou ook weer niet – in mijn roman heb beschreven.
Met ’t Is doan sluit publicist en historicus Jan ten Hove (1960) 30 jaar onderzoek – in gang gezet door een verre nazaat van de Ziethofs – af. Een prachtig boek. Zeer aanbevelenswaardig.
’t Is doan, 600 jaar boerenleven in Twente, Jan ten Hove I hardcover I 216 pagina’s I ISBN 9789462584723 I WBooks I
€ 24,95 I Bestel het boek hier I