Vorige maand verscheen de eerste dichtbundel van Judith Omtzigt, Taboe. De bundel bestaat uit drie afdelingen: een titelloze, 'Westerse wijzen' en 'De cijferprins'. Aan het begin staat een motto van Morrissey: There is a light and it never goes out. We hoeven dus niet op een tranendal te rekenen.
De gedichten lijken soms heel simpel, en soms is dat ook zo, maar vaak schuilt er meer achter. De filosoof Omtzigt wil in de gedichten ook gehoord worden: ‘in wie de roos van/ het geweten bloeit,/ die is het meeste beest’. Dit is een strofe die je een paar keer moet lezen, die je intuïtief wel denkt te begrijpen, maar die je niet zomaar kunt deconstrueren. Je zou het tegenovergestelde verwachten: dat juist degene met een ‘bloeiend’ geweten minder beestachtig is. Misschien is 'beest' hier iets positiefs en moeten we ons eerder druk maken over de mens. Kortom: de gedichten zijn open voor verschillende interpretaties en zetten je aan het denken.
Ik stuitte op een paar prachtige regels, zoals: ‘maar ik zoek woorden waarin/ mijn hart kan slapen –’, of: ‘een vogel is een landdier/ voor wie inziet/ dat de hemel hem/ tot vliegen heeft verleid.’
De gedichten tasten schoonheid en waarheid af en onderzoeken tegenstellingen als licht en duisternis. Het zijn zoektochten naar vrijheid, naar eenheid. Daarbij worden niet alleen de Ideeën van Plato genoemd - al kan het zijn dat je 'boven de grot bent uitgerezen' -, maar ook de boomkwekerij uit Omtzigts jeugd: ‘Hij telt/ heesters en coniferen,/ hij maakt toekomst/ uit water en aarde.’
Het gedicht ‘Het meer’ gaat ook over (Omtzigts?) jeugd, maar streeft naar een universele betekenis door de mythe van Narcissus erin te verwerken: ‘Ik stond aan dit meer […] Ik zag mijn ware spiegeling/ toen al.’ Hoewel het water het spiegelbeeld als eerst van rimpels voorziet, volgt de tijd al snel: ‘Waar ik ook kijk/ raakt de tijd het water.’ Er is geen ontsnappen aan.
Omtzigt schrijft verder een paar rake regels over de dood: ‘De woorden die het zeggen,/ weet dat geen sterveling ze vindt’. De nabestaanden wordt afgeraden naar woorden te zoeken, het is verspilde moeite. Zo staan er wel meer vondsten in de bundel: ‘Paradijzen laten me koud. Die met roomservice/ en die waar je in moet geloven.’
Sommige gedichten moeten zoals gezegd een aantal keer herlezen worden om ze open te kunnen breken. Het zijn geen hermetische gedichten waarvoor je danig geschoold moet zijn, maar soms is enige kennis wel handig. Degenen die daar niet van houden, die niet alleen intuïtief willen genieten, komen ook aan hun trekken. Er staan genoeg toegankelijke gedichten in Taboe.
Taboe, Judith Omtzigt, hardcover, 52 pagina's, Nobelman, €19,95. Bestel het boek hier.