
De laatste schooldag is al lang geweest, tentamens zijn achter de rug, scripties zijn afgerond, werk gepauzeerd: de zomer is de tijd van rust. De tijd van alles aan de kant zetten en vier weken op vakantie gaan; van dagenlang niksen en festivals bezoeken; van zonnen en boeken lezen. Het is tijd voor terrasjes en picknicks en barbecues, dus als het niet regent vlijt men zich neer in het Noorderplantsoen of andere parken. De zomer is vakantie, de zomer is feest! Tenminste, dat zou je denken.