Column Katelijne Nieuwenhuijsen
Het is weer voorjaar in de stad, en dat merk je. De parken en terrassen zijn overvol en men loopt weer in korte broeken en jurkjes. Iedereen zoekt de zon op, of dat nou op een balkon is, voor het huis of gewoon in de deuropening. Dat is erg vrolijk en fijn, maar het heeft één groot nadeel: er is veel meer verkeer.
Wanneer ik bijvoorbeeld mijn bijna dagelijkse fietstocht van de faculteit Wijsbegeerte naar mijn huis in Helpman maak, bevind ik me op een hindernisparcours. Het eerste obstakel is de Oude Boteringestraat. Deze straat lijkt überhaupt vaak bevolkt door onnadenkend overstekend voetvolk, maar als de zon schijnt lijkt het lemminggehalte van deze voetganger wel verdrievoudigd. In shoptempo sloffen mensen zomaar de weg op, soms daadwerkelijk zonder uit te kijken; sommigen duwen zelfs pardoes hun kinderwagen voor je fiets.
Het is weer voorjaar in de stad, en dat merk je. De parken en terrassen zijn overvol en men loopt weer in korte broeken en jurkjes. Iedereen zoekt de zon op, of dat nou op een balkon is, voor het huis of gewoon in de deuropening. Dat is erg vrolijk en fijn, maar het heeft één groot nadeel: er is veel meer verkeer.
Wanneer ik bijvoorbeeld mijn bijna dagelijkse fietstocht van de faculteit Wijsbegeerte naar mijn huis in Helpman maak, bevind ik me op een hindernisparcours. Het eerste obstakel is de Oude Boteringestraat. Deze straat lijkt überhaupt vaak bevolkt door onnadenkend overstekend voetvolk, maar als de zon schijnt lijkt het lemminggehalte van deze voetganger wel verdrievoudigd. In shoptempo sloffen mensen zomaar de weg op, soms daadwerkelijk zonder uit te kijken; sommigen duwen zelfs pardoes hun kinderwagen voor je fiets.