Als je kijkt naar de Nederlandse coronakaart zijn Friesland, Groningen en Drenthe nog altijd een lichte vlek. De drie noordelijke provincies hebben gezamenlijk rond de duizend geregistreerde coronagevallen, tegenover de zesduizend in Brabant en 27.000 in heel Nederland.
Door deze lage besmettingsgraad en genoeg test- en ziekenhuiscapaciteit kan het noorden een doorslaggevende rol gaan spelen bij de exitstrategie waar het kabinet samen met het Outbreak Management Team zich de komende week over buigt.
Hoogleraar infectieziektemodellering Sake de Vlas van de Erasmus Universiteit noemt het een ‘heel logische optie’ om eerst te kijken naar de noordelijke provincies. ‘Je wil de infectieniveaus met testen en traceren zo laag mogelijk houden terwijl je de lockdown afschaalt’, verteld De Vlas.
Volgens hem is het dan ook zinvol om te beginnen met gebieden waarbij het virus zich op een relatief laag niveau bevindt.
Peter Boncz, bijzonder hoogleraar datamanagement aan de Vrije Universiteit denkt met hem mee: ‘Je kunt de noordelijke provincies als eerste gaan afschalen, mits er genoeg testmogelijkheden zijn, via bijvoorbeeld een privacyvriendelijke app. Als je zeker weet dat je zorgsysteem het aankan, ga je verder.’
'Een goed signaal'
Bert Niesters, hoogleraar medische microbiologie en hoofd van de sectie klinische virologie van het UMCG in Groningen, noemt de noordelijke exitvariant interessant: ‘In ons ziekenhuis is al een week geen medewerker meer positief getest, dat is een goed signaal. Maar voordat je zoiets uitprobeert, moet je wel weten of we ook in de thuiszorg, in de verpleeghuizen en bij huisartsen alle potentiële brandhaarden goed in beeld hebben. Pas dan zeg ik: dit is een interessante optie.”
Een regionale benadering om de coronamaatregelen te verlichten, komt niet uit de lucht vallen. In China gelden in diverse regio’s verschillende restrictieniveaus, de Duitse denktank IFO schetste dit weekeinde eveneens een scenario waarbij regio’s met voldoende ziekenhuiscapaciteit en weinig infecties als eerste ‘open’ kunnen. Er kleven wel risico’s aan deze koers: in gebieden waar nog maar weinig mensen besmet zijn geraakt, is het potentiële aantal nieuwe gevallen erg groot, omdat de groepsimmuniteit daar verder weg lijkt.
Voorzichtig
Burgemeester Sybrand Buma van Leeuwarden, voorzitter van de Veiligheidsregio Fryslân, is voorzichtig over een eventuele vroege versoepeling in zijn regio: ‘Als de regering een tweede fase wil starten in bepaalde gebieden gaan we ermee aan de slag. Maar wij gaan hier nu niet even een eigen beleid voeren. De risico’s van het virus zijn hier net zo groot als elders.’
Het RIVM en het ministerie van Volksgezondheid noemen het nog te vroeg om in te gaan op een noordelijk exitplan. Wel schreven de kabinetsadviseurs van het Outbreak Management Team vorige week al dat de optie van regionale maatregelen verder verkend moet worden.
Er zijn volgens het OMT, het team van virologen, medici en epidemiologen dat het kabinet adviseert, zowel argumenten voor als tegen regionale versoepeling. Een potentieel probleem is bijvoorbeeld het horecatoerisme uit gebieden waar nog wel strenge maatregelen gelden.
Deze week meer concrete maatregelen
Het OMT en de aan het RIVM gelieerde hoogleraren en deskundigen verkennen diverse opties om geleidelijk uit de sociale en economische lamlegging te komen. Deze week moeten meer concrete maatregelen op tafel komen. Er kan ook worden gedacht aan maatregelen gericht op specifieke branches of leeftijdsgroepen.
Om opnieuw een ongecontroleerde uitbraak te voorkomen, zijn wel harde voorwaarden verbonden aan een eventuele versoepeling. Zo mag er pas afgeschaald worden als het aantal nieuwe besmettingen laag is. Ook moet het zorgsysteem meer lucht hebben.