Ook Groningers hebben de bevrijding soms van wel heel dichtbij meegemaakt. In de achtertuin van Tineke Hoekman-Stel, toen acht jaar oud, stonden de Duitsers, ondertussen trapten de Canadezen de voordeur in en begon het gevecht. Tineke en haar opa en oma lagen op de grond in de voorkamer achter een stoel terwijl de kogels hun om de oren vlogen, ze konden geen kant op. ‘We hadden niet gedacht dat het zo’n vaart zou lopen toen de buurjongen ons kwam waarschuwen dat de Canadezen eraan kwamen,’ vertelt Tineke. ‘Laten we eerst maar een broodje gaan eten,’ zei oma. ‘Maar voordat we er erg in hadden reden de eerste tanks voorbij. Het broodje hebben we nooit gegeten.’
Dit nuchtere gedrag van de oma van Tineke inzake de komst van de Canadezen typeert treffend hoe de stugge Groningers over de bevrijding dachten. ‘Er waren hele zware huis-aan-huisgevechten en de Groningers stonden er soms gewoon bij te kijken op een bankje voor hun huis,’ vertelt Joël. ‘Door deze naïviteit zijn er honderdtien burgerslachtoffers gemaakt.’
Een andere gebeurtenis die in de reconstructie verhaalt wordt is die van juwelier Oving. Ook hij was niet onder de indruk van de kogels. Tijdens de gevechten tussen de Duitsers die bij V&D aan de Grote Markt opgesteld stonden en de Canadezen die zich in Hotel de Doelen verschanst hadden, kwam de man zonder enige bescherming over de markt aanlopen. ‘Beide partijen snapten niet wat er aan de hand was en staakte het vuren.’ Joël moet een beetje lachen. ‘Hij liep zonder witte vlag gewoon richting de kelder van de Doelen met de vraag of ze wel eens even zouden willen stoppen met dat schieten, straks zou zijn pand nog afbranden.’
Joël gidst geïnteresseerden door de stad en geeft een beeld van waar wat is gebeurd tijdens de bevrijding. Mensen die de bevrijding hebben meegemaakt vertellen hun ervaringen aan Joël tijdens de toeren die hij verzorgt. ‘Die persoonlijke verhalen die mensen aan mij vertellen neem ik mee in mijn volgende rondleidingen. Andere rondleidingen van mij zijn gebaseerd op regimentsverslagen van de Canadezen. Van de feiten hadden de Groningers toentertijd meestal geen idee. Ze zaten in de kelder zonder radio en kregen niet mee wat er boven de grond gebeurde. Een vrouw die bij het Noorderplantsoen in de kelder zat dacht op een geven moment dat ze nu ondertussen wel bevrijd zou zijn. Zodra ze het plantsoen inliep werd ze door haar hand geschoten. De Duitsers waren er gewoon nog.’
Tineke wist met haar opa en oma het huis te ontvluchten, terwijl de gevechten aan de gang waren. Ze herinnert zich de gevoelens die ze had toen Groningen echt bevrijd was nog goed. ‘Mensen dansten op straat, we waren bevrijd! Door de Canadezen werd chocolade uitgedeeld,’ vertelt ze. ‘Maar toen we bij ons eigen huis aankwamen om te zien hoe het er bij stond waren we verdoofd. Alles was verband en overal zaten kogelgaten. Er hing een vreselijke geur van puin en brand. Toen we binnenkwamen waren er vreemde mensen ons huis aan het plunderen. Maak dan maar eens duidelijk dat het jouw eigendom is, verschrikkelijk.’
‘Het is nog steeds nodig dat we de bevrijding van Nederland herdenken.’ vindt Joël Stoppels. ‘De generatie die het heeft meegemaakt wordt steeds kleiner. Het is belangrijk dat wij het verhaal doorvertellen door middel van dit soort acties. Ook is het belangrijk om stil te staan bij onze vrijheid, iets wat zo kwetsbaar is. Vrijheid is niet iets vanzelfsprekends, kijk maar naar wat er tegenwoordig om ons heen in de wereld gebeurd.’
Tekst: Sterre Hurkens
Foto's: Facebookpagina Bevrijding van Groningen 70 jaar